Post Tagged ‘leven’

Kraaien tellen

Lucas de Waard – “Kraaien tellen”

Tobias is een veegwagenbestuurder die het liefst met rust gelaten wordt. Maar als zijn zus en geestverwant een einde aan haar leven maakt, begint zijn omgeving steeds meer van hem te verlangen. Terwijl Tobias probeert zijn wereld schoon te houden, stapelt het vuil zich langzaam op.

Erik van Muiswinkel over “Kraaien tellen: “Dit boek snijdt als een mes door je ziel, terwijl je nog zit te grinniken“.

Tobias (“Toby”) Gouweleeuwe heeft niet het meest spannende beroep ter wereld: hij is bestuurder van een veegwagen en iedere dag trekt hij erop uit om de stad schoon te maken. Zijn leven staat eigenlijk stil, en dat bevalt hem prima. Hij verlangt niets van de wereld en de wereld verlangt ook niets van hem.  Hij gaat nergens heen en dat vindt hij wel zo rustig. Zijn dagen brengt hij door met werken, een paar biertjes drinken in de kroeg en porno kijken.
Langzaam begint zijn leven te ontrafelen als zijn zus in Praag zelfmoord pleegt. Zij en Toby waren altijd een twee-eenheid, maar nu is hij nog alleen over. Hij krijgt eigenlijk min of meer tegen zijn wil een relatie met een verkoopster van een kledingwinkel, maar hij wil geen relatie, want relaties gaan altijd ergens naar toe, en Toby wil nergens naar toe. Hij leeft liever zijn stilstaande leventje waarin geen verwachtingen aan hem trekken en zich geen verrassingen voordoen.

Kraaien tellen” is het tweede boek van Lucas de Waard. In 2015 verscheen zijn prachtige debuut “De Kamers“. “Kraaien tellen” is een heel ander boek, maar minstens zo mooi. Grappig, ontroerend en spannend. Een boek over het leven en de dood, over seks en familie, over veranderen en hetzelfde blijven. Dit alles vormgegeven in mooie beelden en prachtige zinnen. Lucas de Waard bewijst met dit boek absoluut een blijvertje te zijn in de Nederlandse literatuur.

Uitgeverij De Geus, september 2017. 256 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Advertentie
Moeras

Steve Toltz – “Moeras”

Achterflap: Liam is schrijver (en dat lukt maar moeizaam) en een gemankeerde politieman. Aldo is zijn beste vriend en muze, een onhandig criminele ondernemer met een zesde zintuig voor tegenspoed. Naarmate Aldo’s geluk afneemt, raakt Liam er steeds meer van overtuigd dat hij zijn volgende boek wil baseren op Aldo’s rampspoed en vruchteloze pogingen om die ene grote liefde terug te winnen: zijn ex-vrouw Stella. Wat begint als een idee om enige betekenis te destilleren uit al Aldo’s tegenslag, eindigt in een diepgaand verhaal over vertrouwen en vriendschap.

We hebben zeven jaar moeten wachten op deze opvolger van Steve Toltz’ briljante debuutroman “Een fractie van het geheel“, maar het is het wachten zeker meer dan waard geweest. “Moeras” begint met een gesprek tussen de geflopte schrijver (en geflopte politieagent) Liam en zijn vriend Aldo, die met verlamde benen in een rolstoel zit en net uit de gevangenis komt. Liam heeft besloten zijn boek te baseren op het levensverhaal van Aldo, een verhaal dat zeker de moeite van het optekenen waard is.
In humoristische scènes met briljante dialogen en in prachtige zinnen beschrijft Steve Toltz de vriendschap tussen Aldo en Liam en het levensverhaal van Aldo, zoals dat afwisselend wordt verteld door Aldo zelf en zijn beste vriend, de mislukte schrijver Liam. Langzaam maar zeker wordt het duidelijk wat er gebeurd is: waarom Aldo in een rolstoel zit, waarom hij in de gevangenis heeft gezeten en andere (soms lachwekkende) episodes uit het leven van Aldo. Aldo is niet bepaald een stereotiep slachtoffer. Eigenlijk zijn de meeste dingen hem overkomen zijn juist erg humoristisch (soms echter wel zwarte humor). De vlijmscherpe pen van Toltz weet het leven van Aldo feilloos te ontleden. De personages die door de schrijver tot leven gewekt worden, zijn zo levensecht en sympathiek dat je gaandeweg steeds meer van ze gaat houden en eigenlijk geen afscheid van ze wilt nemen. Een briljant verhaal met personages om van te houden: dat is waar Toltz schijnbaar achteloos in excelleert. Superlatieven schieten tekort. Een heerlijke roman over vriendschap, vertrouwen en het leven. Een mooiere roman zul je dit jaar waarschijnlijk niet lezen.

Uitgeverij Atlas Contact, september 2016. 464 pag.

Koop bij bol.com

Wachten op Bojangles

Olivier Bourdeaut – “Wachten op Bojangles”

Uitgever Koen van Gulik van de Wereldbibliotheek tipte “Wachten op Bojangles” als een van de beste boeken van het najaar van 2016. Dat geloof ik natuurlijk niet zomaar. Dat wilde ik zelf bepalen, want anders is het een gevalletje van “Wij van WC Eend adviseren WC Eend”. Ik moet zeggen dat Van Gulik geen woord te veel gezegd heeft. “Wachten op Bojangles” is inderdaad een van de beste boeken van het najaar 2016.

Het verhaal: Een jongetje leidt een leven als een sprookje met zijn ouders in een gigantisch Parijs appartement. Feesten, diners, muziek, rare huisdieren; ze leven alsof de buitenwereld niet bestaat. De motor van dit sprookjesleven is zijn moeder, voor wie het gekste nog niet gek genoeg is. En zijn vader zorgt ervoor dat alles wat zij bedenkt werkelijkheid wordt. Samen dansen ze het liefst dag en nacht op ‘Mr. Bojangles’ van Nina Simone, een lied dat voor het jongetje precies is als zijn moeder, intens vrolijk en even intens droevig tegelijk. Hun huisdier, Mejuffrouw Supertopinada, is een vreemde vogel (in dit geval letterlijk). Alles aan het gezin is ongewoon. Zelfs de vriend van de familie, bijgenaamd Zwijn, wiens grootste ambitie is om een zo grote buik te creëren dat hij zijn bord en bestek er op kwijt kan.
Het is een buitengewoon leven, bruisend, zelfs manisch. Alles kan, niets is te gek. De vader geniet ervan om mensen uitgebreide leugens voor te schotelen. Het fantastischer, hoe beter en de mensen geloven hem vaak ook. De moeder bruist, lijkt altijd vol energie en vol extase. Ze heeft geen voornaam, want de vader verzint iedere dag een nieuwe naam voor zijn vrouw. Uiteindelijk blijkt er achter het vrolijke en levendige leven van het gezin ook een minder vrolijke kant te zitten.

De manier waarop het verhaal verteld wordt is zonder meer heerlijk te noemen. Het lezen van dit boek is een groot plezier, mede door de humor die er in het boek zit. De schrijver heeft een oneindige fantasie en heeft niet veel woorden nodig om een levendige scène neer te zetten. Het enige nadeel is dan ook dat het geen dik boek is. Het voordeel is dat het een debuut is. Als een schrijver zo’n sterk debuut neerzet en daar zulke grote hoeveelheden van weet te verkopen (vooral in zijn thuisland Frankrijk) en daar ook de ene literaire prijs na de andere weet binnen te slepen, dan kunnen we nog veel moois van deze jonge schrijver verwachten. Al na de eerste paar pagina’s van “Wachten op Bojangles” was ik fan. Er kan dus gerust gesteld worden dat Koen van Gulik groot gelijk had toen hij dit hedendaagse sprookje voordroeg als het beste boek van het najaar van 2016. Wat ben ik blij dat ik dit moderne sprookje gelezen heb. Ik heb van iedere bladzijde, zelfs van iedere letter genoten.

Uitgeverij Wereldbibliotheek, augustus 2016. 144 pag.

Koop bij bol.com

Ma

Hugo Borst – “Ma”

Hartverscheurend boek van Hugo Borst over zijn dementerende moeder, liefdevol en met veel gevoel geschreven. Hugo Borst vindt ‘mantelzorger’ een raar woord, maar hij is het wel. Al drie jaar verzorgt hij zijn zesentachtigjarige moeder, die aan dementie lijdt. Op ontroerende en vaak geestige wijze schrijft hij over de ingrijpende gevolgen van haar aftakelende geest. Ook beschrijft hij hoe de onvermijdelijke verhuizing naar een verpleeghuis verloopt. Intussen haalt hij herinneringen op aan zijn jeugd en aan zijn moeder in betere tijden. Ma is een liefdevol en prachtig geschreven portret van een moeder en haar zoon. Ma zit hier nu drie weken en elke dag is het raak. Liever zou ik eventjes niet meer gaan. ‘Het is hier verschrikkelijk,’ zegt ze. Dan zwijgt ze. Ostentatief. Ik leg mijn hand op haar knie. Ze wijst naar de bovenkant van haar hoofd en zegt: ‘Je kan beter mijn kop inslaan.’ ‘Dan kom ik in de gevangenis, ma.’ ‘Dat is waar,’ zegt ze en ze peinst en dat doe ik ook, peinzen. Peinzen over haar hunkering naar een genadeklap. –

De moeder van Hugo Borst heeft Alzheimer. Samen met zijn broer en hun vrouwen vormen zij de vier mantelzorgers van hun moeder. Hoe verder het verhaal (columns) vordert, hoe verder de ziekte zijn moeder heeft aangetast. Eerst belt ze nog om te vragen hoe de televisie aan moet (“Op het groene knopje drukken. Nee ma, niet het groene knopje van de telefoon”), maar later belt ze niet meer omdat ze niet meer weet hoe dat moet.
Omdat haar zussen en haar broer allemaal Alzheimer hadden, wist de moeder van Hugo Borst wat haar te wachten stond. Ze had de aftakeling naar een bijna onmenselijk bestaan van dichtbij meegemaakt.
Zonder enige schroom of terughoudendheid vertelt Hugo Borst in “Ma” over zijn moeder. Uit iedere bladzijde blijkt dat hij zielsveel van zin moeder houdt en haar nog niet wil missen, maar dat hij ook worstelt het het feit dat zijn moeder steeds een beetje minder mens wordt (wat de letterlijke vertaling van “dementie” is). Een pijnlijk mooi geschreven verhaal over Hugo Borst en zijn moeder en de speciale band die zij samen hebben. Schrijnend en confronterend ook. Borst ontziet niets of niemand, ook zichzelf niet. Heel mooi zijn de momenten waarop de Ma van Hugo Borst haar achterkleinkind ziet. Ze weet de naam niet meer, en ook niet of het een jongetje of een meisje is, maar dat zijn de momenten waarvan zijn moeder nog lijkt te genieten. Dit boek is zo openhartig en persoonlijk dat het bijna voyeuristisch voelt om het te lezen. Een schitterend eerbetoon aan de moeder van Hugo Borst.

Uitgeverij Lebowksi, 2015. 208 pag.

Koop bij bol.com

Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.

“Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.”

De Denker des Vaderlands, René Gude, is stervende. Voor Human sprak Wim Brands met hem over wat er werkelijk toe doet in het leven, over humeurmanagement en over de troost van de filosofie. Juist nu de dood voor de deur staat, blijken filosofische vaardigheden handig om de gemoedsrust te bewaren. Als je goed over de inrichting van je leven hebt nagedacht, hoef je op het eind niet nog van alles goed te maken. Wie een beetje nadenkt hoeft zich ook niet te verliezen in bozige theorietjes over het bittere lot dat je treft. Natuurlijk dat soort sombere emoties zijn er wel, maar je kunt leren om ze niet kunstmatig, door verkeerd gebruik van je verstand, te verlengen. En wat het sterven zelf betreft: dat moet toch tamelijk eenvoudig zijn. Tot nu toe is het iedereen gelukt. René Gude is Denker des Vaderlands, oud-directeur van de ISVW en voormalig hoofdredacteur van Filosofie Magazine.

Dit vraaggesprek van Wim Brands met de filosoof René Gude gaat over de invloed die zijn bijzondere situatie – drie jaar geleden is bij Gude een terminale ziekte geconstateerd; zijn levensverwachting is twee jaar – voor Gude als filosoof betekent. In een aantal persoonlijke mijmeringen wordt stilgestaan bij zaken, die dan in het vizier kunnen komen. Daarbij is de rol van de wijsbegeerte belangrijker dan de individuele biografie. Er lijkt hier sprake van een neiging de zaken sereen naar boven, naar redelijkheid tot het einde, af te ronden. Toegankelijke tekst over een algemeen onderwerp, waarin persoonlijke mijmeringen relief krijgen in de context van de filosofische traditie.

Filosofie voor een breed publiek. Dat was een van de doelstellingen van René Gude, en dat lukt hem ook goed in dit boekje. Geen moeilijke termen, geen verwijzingen naar obscure filosofen. Gewoon een pleidooi voor humeurmanagement en optimisme. En dat van een stervende filosoof. Petje af. Dit boekje zet je wel aan het denken over leven en sterven.

Uitgeverij De Vrije Uitgevers, 2015. 60 pag.

Koop bij bol.com

Hallo muur

Erik Jan Harmens – “Hallo muur”

In “Hallo muur” praat een man letterlijk tegen een muur. Over de jaren die achter hem liggen, waarin hij een burn-out kreeg, een echtscheiding doormaakte, een vader en een aantal beste vrienden zag overlijden én een geloofwaardig antwoord moest vinden op een alcoholverslaving. De muur zegt niets terug, maar biedt de man wel nieuw perspectief. “Hallo muur” is Erik Jan Harmens meest autobiografische roman ooit. Het is een eerlijk, ontroerend en zeker ook grappig verslag over dwalen, falen en blijven ademhalen, en een hart onder de riem voor mensen die een nieuw leven proberen op te bouwen nadat ze de bodem hebben bereikt.

In korte monologen gericht tot de muur tegenover hem kijkt de hoofdpersoon in dit boek terug op zijn jeugd in een gebroken gezin en zijn latere leven dat lange tijd beheerst is geweest door zijn alcoholverslaving, met een burn-out en echtscheiding tot gevolg. Anderhalf jaar nadat hij met drinken is gestopt, vertelt hij zijn verhaal. Fanatiek hardlopen is zijn nieuwe verslaving geworden, eenzaamheid, het verlangen naar een geliefde vormt nog wel een probleem. Maar inmiddels kan hij zeggen: ‘Het gaat goed met me.’ Een rauw, openhartig, triest en soms komisch verslag van een leven dat beheerst wordt door een verslaving. Nadrukkelijk als autobiografische geschiedenis gepresenteerd, maar door stijl, vorm en overgangen in de tijd meer dan het zoveelste ervaringsverslag.

Het idee stond me eerst een beetje tegen: een man die tegen een muur zit te praten, maar de monologen lezen als korte verhalen. Harmens is schrijnend oprecht en pijnlijk eerlijk. Je krijgt een voyeuristisch gevoel bij het lezen van de verhalen, ook al heeft Harmens er zelf voor gekozen zijn leven in deze vorm ten toon te stellen. Hij vertelt over zijn falen, zijn onzekerheden, zijn vele foute beslissingen, en langzaam maar zeker leren we de auteur kennen. Als een mens als alle anderen: iemand die af en toe verkeerde beslissingen neemt, maar uiteindelijk toch weer zijn leven enigszins op de rails weet te krijgen. Een pijnlijk eerlijk relaas van een leven. Puur tot op het bot.

Uitgeverij Lebowski, 2015. 224 pag.

Koop bij bol.com