Post Tagged ‘lebowski’

Nemesis

Simon de Waal – “Nemesis”

Auteur:
Simon de Waal (1961) is scenarioschrijver, auteur en regisseur. Hij werkte samen met Dick van den Heuvel en met Appie Baantjer waarvandaan de boeken Heuvel & de Waal en de Waal & Baantjer uit voortvloeide. Daarnaast werkt hij bij de Amsterdamse recherche. Hij schreef zijn persoonlijk thrillerdebuut in 2005 “Cop vs killer“, waarvan later een tv-film door hem geschreven en geregistreerd werd.
Dit jaar (2016) kreeg De Waal de vraag om het geschenkboekje van de Maand van het Spannende boek te schrijven(“Vector“). Vervolgens kwam zijn boek Nemesis uit.

Achterflap:
Als er een aanslag wordt gepleegd op een officier van justitie en twee getuigen in haar onderzoek worden vermoord, probeert een team rechercheurs tevergeefs de daders te vinden en verdere aanslagen te voorkomen. De dreiging voor de officier van justitie en haar gezin blijft echter levensgevaarlijk en daarom vraagt ze, uit wraak en wanhoop, een oud-rechercheur die ooit door haarzelf op non-actief is gesteld om het team te helpen. Hij ziet maar een mogelijkheid; het recht in eigen hand nemen en buiten alle regels en wetten om de strijd aangaan met de onderwereld, onder dekking van het reguliere onderzoek, Nemesis genaamd. Het team begint voorspoedig en lijkt zo goed als onschendbaar, beschermd door hun badges. Het kopstuk achter de aanslagen blijkt echter moeilijk te vinden en wanneer die langzaam doorkrijgt dat het team, en vooral hun leider, illegaal en op eigen houtje opereert, besluit hij om keihard terug te slaan. Pas dan, als het te laat is, beseffen de rechercheurs dat je niet meer op de wet kunt terugvallen, als je jezelf erboven hebt geplaatst.

Het verhaal start met een proloog, waarin meteen de spanning wordt neergelegd. Sylvia, de officier van justitie, is een sterke persoonlijkheid, ze schuwt dan ook niet om, ondanks alle dreigementen, haar gezin op het spel te zetten. Dit is wel erg simpel opgesteld, maar dit zorgt er wel voor dat de vaart in het verhaal niet afgeremd wordt. Het team Nemesis handelt op illegale wijze, waardoor het zich al snel op criminele bodem bevindt en gaat hier dan ook resoluut te werk. Wat eens te meer duidelijk maakt dat in het dagelijks leven de bureaucratie ervoor zorgt dat justitie meestal meerdere stappen achter ligt op de criminaliteit.

Hell is empty, and all the devils are here.

Het plot is simpel, maar goed uitgewerkt en laat dan ook verder geen open vragen achter. Nemesis is dan geen hoogstaande thriller maar eerder een soort van ‘Flikken Maastricht’ aflevering die je op een avondje uitleest. Het zou me ook niks verwonderen als het boek nog eens een weerkaatsing krijgt op het witte doek.

Plot: 3,5
Schrijfstijl: 3,5
Originaliteit: 3
Psychologie: 3
Leesplezier: 4
Spanning: 3

Ik geef Nemesis 3,5 ster.

Uitgeverij Lebowski, juli 2016. 224 pag.

Gastrecensent: Daniëlle Henssen.

Koop bij bol.com

Advertentie
De terugkeerling

Patrick Pouw – “De terugkeerling”

De terugkeerling” is het verhaal van de tot de islam bekeerde Bilal van Wijk. Geboren als Pjotr in Nieuwegein, is Bilal bezeten door één gedachte: 10 jaar na de moord op Theo van Gogh in de voetsporen treden van diens moordenaar Mohammed Bouyeri, Dit is ook het verhaal van Mohammed el Amrani (die Mo genoemd wil worden), die opgroeit in Kanaleneiland. Enkele weken voor 9/11 weet hij het betonnen getto dat hij zo haat te ontvluchten, om in Manchester literatuur te gaan studeren. Na de moord op Van Gogh keert hij terug naar Nederland om voor de AIVD moslims te schaduwen, Dat voert hem – bitter en teleurgesteld – terug naar de wijk waar hij opgroeide. Daar wordt hij geconfronteerd met een onverwerkt verleden.

De terugkeerling” is een rauwe, explosieve roman over identiteit. Zowel Bilal als Mo worstelen op hun eigen manier met hun islamitische identiteit. Pjotr denk zichzelf en God gevonden te hebben in de islam en trekt in zijn nieuwe islamitische identiteit met bijpassende naam (Bilal) op met Marokkanen die hij in de moskee treft, terwijl Mo niets van de islam wil weten. Allebei worstelen ze met de moeilijkheden die moslim zijn met zich mee brengt in Nederland. Helemaal na 9/11 en de moord op Theo van Gogh. Ook al is Mo geen moslim, de omgeving blijft hem toch zo zien. Hij is immers een Marokkaan, ook al is hij in Nederland geboren. “Als de mensen om je heen je beschouwen als moslim, dan is het heel lastig. Ze blijven je erop aanspreken, snap je”?

Op briljante wijze weet Patrick Pouw de problemen neer te zetten van Marokkanen en moslims in Nederland. Door de schrijfstijl van Pouw kruip je in de huid van een Marokkaan en leef je zijn leven een beetje. Je merkt waar Marokkanen en moslims tegen aanlopen in Nederland, in onze “tolerante samenleving”, waarin iedere moslim, of iedereen met een Arabisch of Noord-Afrikaans uiterlijk meteen een mogelijke terrorist is. Als er zo tegen je aangekeken wordt, krijg je vanzelf een hekel aan die maatschappij.

De terugkeerling” is de debuutroman van Pouw, en meteen knalt hij erin met een roman die iedereen tot nadenken zal stemmen. Van deze schrijver zullen we nog meer horen. Met dit debuut heeft hij zich direct weten te plaatsen tussen de groten van de Nederlandse literatuur. Laat het volgende boek maar komen, inshallah.

Uitgeverij Lebowski, 2016. 320 pag.

Koop bij bol.com

Ma

Hugo Borst – “Ma”

Hartverscheurend boek van Hugo Borst over zijn dementerende moeder, liefdevol en met veel gevoel geschreven. Hugo Borst vindt ‘mantelzorger’ een raar woord, maar hij is het wel. Al drie jaar verzorgt hij zijn zesentachtigjarige moeder, die aan dementie lijdt. Op ontroerende en vaak geestige wijze schrijft hij over de ingrijpende gevolgen van haar aftakelende geest. Ook beschrijft hij hoe de onvermijdelijke verhuizing naar een verpleeghuis verloopt. Intussen haalt hij herinneringen op aan zijn jeugd en aan zijn moeder in betere tijden. Ma is een liefdevol en prachtig geschreven portret van een moeder en haar zoon. Ma zit hier nu drie weken en elke dag is het raak. Liever zou ik eventjes niet meer gaan. ‘Het is hier verschrikkelijk,’ zegt ze. Dan zwijgt ze. Ostentatief. Ik leg mijn hand op haar knie. Ze wijst naar de bovenkant van haar hoofd en zegt: ‘Je kan beter mijn kop inslaan.’ ‘Dan kom ik in de gevangenis, ma.’ ‘Dat is waar,’ zegt ze en ze peinst en dat doe ik ook, peinzen. Peinzen over haar hunkering naar een genadeklap. –

De moeder van Hugo Borst heeft Alzheimer. Samen met zijn broer en hun vrouwen vormen zij de vier mantelzorgers van hun moeder. Hoe verder het verhaal (columns) vordert, hoe verder de ziekte zijn moeder heeft aangetast. Eerst belt ze nog om te vragen hoe de televisie aan moet (“Op het groene knopje drukken. Nee ma, niet het groene knopje van de telefoon”), maar later belt ze niet meer omdat ze niet meer weet hoe dat moet.
Omdat haar zussen en haar broer allemaal Alzheimer hadden, wist de moeder van Hugo Borst wat haar te wachten stond. Ze had de aftakeling naar een bijna onmenselijk bestaan van dichtbij meegemaakt.
Zonder enige schroom of terughoudendheid vertelt Hugo Borst in “Ma” over zijn moeder. Uit iedere bladzijde blijkt dat hij zielsveel van zin moeder houdt en haar nog niet wil missen, maar dat hij ook worstelt het het feit dat zijn moeder steeds een beetje minder mens wordt (wat de letterlijke vertaling van “dementie” is). Een pijnlijk mooi geschreven verhaal over Hugo Borst en zijn moeder en de speciale band die zij samen hebben. Schrijnend en confronterend ook. Borst ontziet niets of niemand, ook zichzelf niet. Heel mooi zijn de momenten waarop de Ma van Hugo Borst haar achterkleinkind ziet. Ze weet de naam niet meer, en ook niet of het een jongetje of een meisje is, maar dat zijn de momenten waarvan zijn moeder nog lijkt te genieten. Dit boek is zo openhartig en persoonlijk dat het bijna voyeuristisch voelt om het te lezen. Een schitterend eerbetoon aan de moeder van Hugo Borst.

Uitgeverij Lebowksi, 2015. 208 pag.

Koop bij bol.com

Hallo muur

Erik Jan Harmens – “Hallo muur”

In “Hallo muur” praat een man letterlijk tegen een muur. Over de jaren die achter hem liggen, waarin hij een burn-out kreeg, een echtscheiding doormaakte, een vader en een aantal beste vrienden zag overlijden én een geloofwaardig antwoord moest vinden op een alcoholverslaving. De muur zegt niets terug, maar biedt de man wel nieuw perspectief. “Hallo muur” is Erik Jan Harmens meest autobiografische roman ooit. Het is een eerlijk, ontroerend en zeker ook grappig verslag over dwalen, falen en blijven ademhalen, en een hart onder de riem voor mensen die een nieuw leven proberen op te bouwen nadat ze de bodem hebben bereikt.

In korte monologen gericht tot de muur tegenover hem kijkt de hoofdpersoon in dit boek terug op zijn jeugd in een gebroken gezin en zijn latere leven dat lange tijd beheerst is geweest door zijn alcoholverslaving, met een burn-out en echtscheiding tot gevolg. Anderhalf jaar nadat hij met drinken is gestopt, vertelt hij zijn verhaal. Fanatiek hardlopen is zijn nieuwe verslaving geworden, eenzaamheid, het verlangen naar een geliefde vormt nog wel een probleem. Maar inmiddels kan hij zeggen: ‘Het gaat goed met me.’ Een rauw, openhartig, triest en soms komisch verslag van een leven dat beheerst wordt door een verslaving. Nadrukkelijk als autobiografische geschiedenis gepresenteerd, maar door stijl, vorm en overgangen in de tijd meer dan het zoveelste ervaringsverslag.

Het idee stond me eerst een beetje tegen: een man die tegen een muur zit te praten, maar de monologen lezen als korte verhalen. Harmens is schrijnend oprecht en pijnlijk eerlijk. Je krijgt een voyeuristisch gevoel bij het lezen van de verhalen, ook al heeft Harmens er zelf voor gekozen zijn leven in deze vorm ten toon te stellen. Hij vertelt over zijn falen, zijn onzekerheden, zijn vele foute beslissingen, en langzaam maar zeker leren we de auteur kennen. Als een mens als alle anderen: iemand die af en toe verkeerde beslissingen neemt, maar uiteindelijk toch weer zijn leven enigszins op de rails weet te krijgen. Een pijnlijk eerlijk relaas van een leven. Puur tot op het bot.

Uitgeverij Lebowski, 2015. 224 pag.

Koop bij bol.com

Uw vaderen, waar zijn zij? En de profeten, leven zij voor eeuwig?

Dave Eggers – “Uw vaderen, waar zijn zij? En de profeten, leven zij voor eeuwig?”

Wat een titel… Maar dat zijn we onderhand wel gewend van Dave Eggers. En het gaat natuurlijk om de inhoud: In een barak op een verlaten militaire basis, ver verwijderd van de bewoonde wereld, kijkt Thomas toe hoe de man die hij heeft gekidnapt wakker wordt. Kev, een astronaut, herkent zijn ontvoerder niet, maar Thomas herinnert zich hém wel. Kev roept om hulp. Hij rukt aan de ketting waarmee hij is vastgemaakt. Maar de golven van de oceaan en de wind overstemmen het geluid. Thomas verontschuldigt zich. Hij had het niet zover willen laten komen.

Heeft Dave Eggers eigenlijk wel eens een slecht boek geschreven? Met “Uw vaderen, waar zijn zij? En de profeten, leven zij voor eeuwig?” levert hij het briljante en universele verhaal van een man die zijn land probeert te begrijpen en nog maar één mogelijkheid ziet om antwoord te krijgen op zijn vragen.

In welk genre valt deze roman? De enige tekst die in het boek staat is namelijk dialoog. Het hele boek bestaat uit dialogen, en alles wat je van de hoofdpersonen, hun achtergrond, de omgeving etc., komt allemaal uit de dialogen. Dat is zo razend knap gedaan, dat ik er bij iedere andere schrijver versteld van zou staan, maar bij het lezen van dit boek, lijkt het of Dave Eggers hier totaal geen moeite heeft gehad. Het klinkt misschien saai om een boek te lezen dat geheel bestaat uit dialogen, maar dat is het beslist niet. De dialogen zijn buitengewoon levendig en vaak humoristisch, zodat het je al snel niet meer opvalt dat het hele boek uit dialogen bestaat. En hij heeft het juiste ritme. Het boek leest lekker weg. Je kunt het binnen een paar uurtjes lezen, en dan laat het je verbluft achter. Ik had nog nooit eerder een boek gelezen dat alleen maar uit dialoog bestaat, maar als Eggers dit trucje nog eens wil herhalen, ga ik het zeker lezen. Een pareltje! Ik zou het graag aan iedereen aanraden, maar dan moet ik eerst de titel uit mijn hoofd zien te leren!

Uitgeverij Lebowski, 2014. 208 pag.

Koop bij bol.com

Oorlog

Jochen Rausch – “Oorlog”

In een sobere, glasheldere en intense stijl vertelt Jochen Rausch het verhaal van Arnold Steins, een vijftigjarige man die als een kluizenaar samen met zijn hond (die hij “hond” noemt) leeft in een verwaarloosde hut op een berg (die hij “berg” noemt), ergens in de Alpen. Zijn 24-jarige zoon is gesneuveld in de oorlog in Afghanistan en de relatie met zijn vrouw heeft dit drama niet overleefd. Arnold voert hoog boven op zijn berg in alle eenzaamheid zijn eigen oorlog, tegen de natuur, tegen inbrekers, maar vooral tegen de spoken uit het verleden.

Zijn enige houvast is zijn hond. Als een onbekende vandaal zijn eenzaamheid bedreigt, vindt een mentale ommekeer plaats. Zijn passiviteit wijkt, hij stelt zich met geweld te weer en hervindt zijn levenskracht. Een menselijk drama in sobere, maar poëtische taal dat vanaf de eerste tot de laatste bladzijde spannend is. Uiterst invoelend wordt beschreven hoe de angst voor verlies een doorsnee echtpaar in de greep neemt en het leven alle zin lijkt te verliezen als het noodlot toeslaat. Een klein literair meesterwerk dat maatschappelijk relevant is, suggestieve kracht vertoont, psychologisch geloofwaardig is en troost biedt.

Jochen Rausch schrijft op een bijna kwetsbare manier over verlies. Al vanaf de eerste pagina voel je dat er iets pijnlijk heeft voorgevallen in het leven van Arnold. Gedurende het boek ontdek je wat het is, en lees je ook meer over zijn strijd. Jochen weet het verhaal te vertellen in schitterend, sober proza met af en toe een zin die je bijblijft, zoals “Misschien overwint de mens alle angst als hij zijn dromen eenmaal heeft begraven“.

Uitgeverij Lebowski, 2014. 224 pag.

Koop bij bol.com

Oorlogsverhalen

Phil Klay – “Oorlogsverhalen”

Phil Klay diende in Irak voor het US Marine Corps. In “Oorlogsverhalen” neemt hij de lezer mee naar de frontlinies van de oorlogen in Irak en Afghanistan, en weer terug naar hun families, die ‘geen idee hebben waar Fallujah ligt, waar drie leden van je peloton stierven’. In ‘Uitgezonden’ herinnert een soldaat zich hoe hij honden moest afschieten omdat ze de lichamen van zijn maten aanvraten; in ‘Lichamen’ vertelt een medewerker van het mortuarium hoe hij na de gevechten telkens de stoffelijke resten van zowel Amerikaanse als Irakese soldaten verzamelde; en in ‘Geld als wapensysteem’ krijgt een jonge officier de absurde opdracht om de levens van de Irakese bevolking te verbeteren met behulp van honkbal.

Oorlogsverhalen is een verzameling van twaalf bijzondere kortverhalen. Een aantal verhalen speelt zich af aan het front, andere aan het thuisfront. Als Irak-veteraan weet Phil Klay als geen ander hoe oorlog echt is. Hij weet hoe het voelt om je leven te riskeren in een land aan de andere kant van de wereld, maar ook hoe het is om nadien weer thuis te komen bij mensen die absoluut geen idee hebben wat je daar allemaal meegemaakt hebt. Hoewel de verhalen fictief zijn, merk je aan alles dat Phil Klay schrijft uit ervaring.

Nu eens choquerend, dan weer doorspekt met donkere humor; Klay weet met zijn realistische, bijna zakelijke schrijfstijl een veelheid aan emoties te vangen op een beperkt aantal pagina’s. Alle verhalen mogen dan wel een andere invalshoek hebben, ze zijn stuk voor stuk eerlijk, rauw en onthutsend. De heldhaftigheid van de oorlog verdwijnt in het niet bij de wreedheid en de onzin ervan.

Door te kiezen voor verschillende korte verhalen maakt Klay het voor de lezer moeilijker om een band te krijgen met de personages. De gebeurtenissen in dit boek zullen me dan ook veel langer bijblijven dan de personages op zich. Ik vraag me af of de auteur er bewust voor gekozen heeft zijn personages niet verder uit te diepen – hetzij om de oorlogservaringen an sich naar het voorplan te brengen, hetzij om de lezer duidelijk te maken dat de militairen in de verhalen even goed hun vriend, kennis of buurman zouden kunnen zijn.

Door een combinatie van al deze factoren heb ik deze verhalenbundel totaal anders ervaren dan eender welke andere oorlogsroman die ik ooit las. Ik was zo geïntrigeerd dat ik alleen maar verder wilde lezen, maar tegelijk voelde ik een soort weerzin die me bijna dwong het boek aan de kant te leggen. Aan mensen met een gevoelige maag zou ik Oorlogsverhalen misschien niet aanraden, aan alle andere lezers zeker wel!

Uitgeverij Lebowski, 2014. 303 pag.

Koop bij bol.com

Pulp

Charles Bukowski – “Pulp”

Pulp” was het laatste boek dat Bukowski schreef voordat hij in 1994 stierf aan leukemie. 20 jaar na zijn dood bracht Uitgeverij Lebowski alle boeken van Bukowski opnieuw uit in herziene vertalingen.

In “Pulp” heeft detective Nick Belane het plotseling druk. Hij krijgt de opdracht de Franse schrijver Céline uit te leveren aan een zekere Lady Death (een verwijzing naar zijn eigen dood?); hij wordt ingehuurd door een begrafenisondernemer die lastiggevallen wordt door een vrouwelijk buitenaards wezen; hij moet een rode mus lokaliseren en tot slot een overspelige vrouw schaduwen. Pulp is een parodie op de traditionele detectiveromans, zoals alleen Bukowski dit had kunnen schrijven.
Opvallend genoeg is de hoofdrol in dit boek niet weggelegd voor Bukowski’s alter-ego Chinaski, maar heet de hoofdpersoon Nick Belane. Misschien vond hij het geen prettig idee dat Chinaski met de dood in aanraking zou komen, omdat hij zich zo vereenzelvigde met zijn personage Chinaski.

Pulp” is dan wel niet Bukowski’s bekendste werk of meesterwerk (ik denk dat de meeste liefhebbers dan zouden kiezen voor “Postkantoor“), maar zoals Simon de Waal het omschrijft, is “Pulp” “Bukowski’s laatste en eervolle middelvinger naar de dood. En naar het leven”. En zo is het maar net!

Uitgeverij Lebowski, 2014. 192 pag.

Koop bij bol.com