Post Tagged ‘duitsland’

Drie meter onder nul

Marina Heib – “Drie meter onder nul”

Op een dag besluit ze: ik word moordenares. Ze kiest haar slachtoffer. Ze beraamt de moord. Ze laat niets aan het toeval over. En ze heeft al helemaal geen medelijden. Geduld is een schone zaak voor een jager. Ze lijkt een onschuldige jonge vrouw: een uiterst succesvol IT-specialist, onafhankelijk, zelfverzekerd, intelligent en mooi. Maar ieder mens heeft een duistere kant. Op een mistige donderdag in november verandert alles. Die dag besluit ze: ik word moordenares.

Wat beweegt haar ertoe te besluiten om te gaan moorden? Ze ziet zichzelf als een wolf onder de schapen. Ze heeft als taak gesteld de andere wolven te doden om de schapen tegen hen te beschermen, vooral de onschuldige lammetjes. “Drie meter onder nul” is een rauwe thriller, psychologisch erg diepgaand, “een fascinerend en verontrustend verhaal over eenzaamheid, vergelding en het verlangen naar vrijheid”.
De rauwheid zit in het taalgebruik, in de moorden en ook in de psychologie van de moordenares. Ze worstelt met haar “moordenares-zijn” en het verlangen naar het “normaal-zijn” (net als Dexter in de gelijknamige televisieserie). De kracht van deze hoogst originele thriller zit hem in het plot. Daarom is de beschrijving op de achterflap ook zo summier gebleven. Al lezend wordt laagje voor laagje afgepeld, waardoor je uiteindelijk te weten komt waarom ze heeft besloten om te gaan moorden. Het verhaal bouwt op naar een verbijsterende climax die je niet aan ziet komen. Marina Heib slaagt er met dit boek in om iemand die tientallen thrillers per jaar leest nog van zijn sokken te blazen. Ze blaast het genre nieuw leven in. Een buitengewoon originele thriller. Zeer de moeite waard.

Uitgeverij Harper Collins, juli 2017. 288 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Advertentie
Oorlogsmemoires

N.K.C.A. In ’t Veld – “Oorlogsmemoires”

Dr. N.K.C.A. In ’t Veld was jarenlang verbonden aan het NIOD en auteur van onder andere het standaardwerk over de SS en Nederland. Als zo iemand zijn persoonlijke oorlogsmemoires schrijft is het zaak deze extra attentie te geven. Natuurlijk passeren de grote onderwerpen de revue, zoals de Jodenvervolging en de foute Nederlanders. Maar er is ook veel aandacht voor het kleine leed, het alledaagse in de oorlog en hoe deze periode invloed had op de thuissituatie. Een apart hoofdstuk gaat over ‘ons mooie Indië’.

Nanno in ’t Veld is een historicus die jarenlang werkzaam is geweest bij het RIOD (later NIOD). Hij heeft dan ook een grote kennis over hetgeen er in de Tweede Wereldoorlog is voorgevallen. Hij verteld hierover op een manier alsof hij je een persoonlijke brief heeft geschreven of alsof hij alles in een persoonlijk gesprek. Dat maakt het boek goed leesbaar. Wat wel storend is is dat de auteur veelvuldig schrijft “ik meen mij te herinneren”, hetgeen het boek minder betrouwbaar maakt. Ook noemt de auteur af en toe gebeurtenissen, maar geeft hij geen bronvermelding. Hij schrijft dan dat de lezer zelf maar de boeken van L. de Jong er op moet naslaan, omdat die een uitgebreide index hebben. Het zijn weliswaar zijn memoires die de schrijver optekent “en geen encyclopedie”, zoals hijzelf als excuus gebruikt voor het gebrek aan bronnen, maar het zou voor de auteur een kleine moeite geweest zijn om even van zijn bureau op te staan en af en toe even te verifiëren in de boeken van L. de Jong. Ik heb de serie van L. de Jong niet in huis, en de schrijver opdragen het zelf maar uit te zoeken, getuigt m.i. van luiheid. Dit doet afbreuk aan de waarde van het boek. Als de schrijver iets meer moeite had gedaan om de beschreven gebeurtenissen te verifiëren, zou het een mooie aanwinst geweest zijn op de verzameling boeken die inmiddels over de Tweede Wereldoorlog verschenen is. Door dit na te laten, is het weliswaar een makkelijk leesbaar boek geworden, maar of alles zo gebeurd is als Nanno in ’t Veld beschrijft is nog maar de vraag. Het boek is nu vooral interessant voor zijn familie en naaste omgeving. Met iets meer moeite zou dit boek een onmisbaar boekwerk geweest zijn voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 3 sterren zit er dan ook helaas niet in. Erg jammer.

Uitgeverij Balans, oktober 2014. 149 pag.

Koop bij bol.com

Scorpio

Hilde Vandermeeren – “Scorpio”

Hilde Vandermeeren woont in Torhout. Ze schreef ruim veertig kinder- en jeugdboeken en won diverse literaire prijzen. Meer dan dertig van deze boeken werden vertaald naar onder andere het Deens, Koreaans, Duits, Frans en Chinees. Als alles duister wordt was haar thrillerdebuut. Ze won er de Knack Hercule Poirot-publieksprijs 2013 mee en stond op de longlist van de Diamanten Kogel 2013. In 2014 werd haar tweede thriller De toeschouwers gepubliceerd. Haar derde boek Stille grond” (recensie), werd alom geprezen en ze stond ermee op de shortlist van  de Gouden Strop 2016.

Na een gezinsweekend ontwaakt Gaelle in een psychiatrisch ziekenhuis in Berlijn. Ze is gewond en herinnert zich niet wat daaraan is voorafgegaan. De politie verdenkt haar van poging tot moord op haar zevenjarig zoontje. Ze weigert dat te geloven en gaat op zoek naar de waarheid. Daarbij overschrijdt ze steeds meer grenzen en wordt opgejaagd wild. Michael is een huurmoordenaar in dienst van Scorpio. De organisatie ontziet niemand, wie tegen haar regels ingaat tekent zijn eigen doodvonnis. Een onomkeerbare beslissing verandert Michaels leven. De een leeft door te doden, de ander doodt om te overleven. Wat als hun wegen elkaar kruisen?

Scorpio is een geheimzinnige organisatie die huurmoordenaars levert en hun beste kracht Michael de opdracht heeft gegeven de man en het zoontje van Gaelle te doden. Maar de opdracht mislukt. Scorpio laat het er niet bij en stuurt iemand anders zodat de hoofdfiguren Michael en Gaelle allebei, afzonderlijk van elkaar, op de vlucht moeten tot ze elkaar ontmoeten en samen achter de hen onbekende opdrachtgever aangaan.

“Scorpio” is de vierde thriller van Hilde Vandermeeren en in haar eerste drie thrillers heeft ze al bewezen dat ze een geboren verhalenverteller is, een geboren schrijfster. Dit bevestigt ze nogmaals met “Scorpio”.  Al vanaf de eerste bladzijde wordt je meegezogen in het verhaal. De basissetting is ditmaal in Berlijn en Potsdam. Deze plaatsen worden zo goed beschreven dat het lijkt alsof het Hilde’s woonplaats is. Vanaf de eerste tot de laatste bladzijde is “Scorpio” nagelbijtend spannend. De thriller is erg knap geschreven en in een doordachte constructie gegoten waarbij gewisseld wordt tussen de twee intriges die mooi samenvloeien in een spannend einde. Dit is een genre dat Hilde Vandermeeren buitengewoon goed past. Het lijkt wel alsof ze met iedere nieuwe thriller beter wordt. Dat belooft wat voor de opvolger van “Scorpio”. Hopelijk laat die niet te lang op zich wachten. Met “Scorpio” heeft Hilde Vandermeeren bewezen dat ze een van de beste thrillerschrijfsters van dit moment is.


Uitgeverij Q, 2016. 320 pag.

Koop bij bol.com

Vrouw in het blauw

Tania Kambouri – “Vrouw in het blauw”

De Duitse politieagente Tania Kambouri was het helemaal zat. Voor de zoveelste keer was ze negatief geconfronteerd met haar vrouw-zijn en haar Griekse afkomst. Een Turkse migrant had haar opzij geduwd, beledigd en uitgescholden. Hij wilde alleen geholpen worden door mannelijke politiebeambten.

Nog diezelfde nacht schrijft Kambouri, als de noodkreet van een politie-agente, een brandbrief naar haar politievakbond. ‘Wat is de toekomst van ons land, wanneer migranten die de wet overtreden weigeren in hun nieuwe vaderland de regels te accepteren? Ze overschrijden méér dan één grens: geen respect voor vrouwen, geen respect voor de politie, geen respect voor de staat waarin we leven.’

De kern van Kambouri’s betoog: de migrantenproblematiek kan volledig escaleren. Terwijl steeds meer Duitsers klagen dat zij zich in eigen land niet meer thuis voelen, staan Kambouri en haar collega’s vrijwel dagelijks bloot aan verbaal en fysiek geweld door moslims. Maar de politie deinst ervoor terug op te treden tegen de agressieve migranten. Men zwijgt uit angst als racist of zelfs nazi weggezet te worden.

In “Vrouw in het blauw” beschrijft Tania Kambouri haar schokkende ervaringen als politieagente. Haar boek is een alarmoproep voor politie, politiek en samenleving. Het raakte een open zenuw en ze kreeg ze bijval van collega’s uit het hele land. De media pakten de stormvloed van protesten op. De reacties waren overweldigend en startten een brede discussie.

(Fragment) ‘Laten we het geweld, het gescheld en de minachting voor vrouwen en minderheidsgroepen benoemen. Ik heb liever een open vizier dan schijnheiligheid. […] Ik verlang niet meer dan respect!’

Honderden collega’s steunden Tania Kambouri’s brandbrief waarin ze een cultuur van ‘wegkijken, verdringen, negeren’ hekelt. In “Vrouw in het blauw” beschrijft ze haar ervaringen. Met een exclusief voorwoord door Gerlof Leistra, misdaadjournalist van Elsevier.

“Vrouw in het blauw”  is een must-read voor iedereen. In de eerste instantie voor politie, rechters en politici, maar het is ook een bijzonder interessant en educatief boek over de gefaalde integratie van bevolkingsgroepen uit een moslimcultuur. De problemen die Tania Kambouri aankaart gelden niet alleen voor Duitsland, maar ook voor Nederland en België. De multiculturele samenleving heeft gefaald, en de vraag is wat we daar aan kunnen doen. “Vrouw in het blauw” schept hierin duidelijkheid. Ze overstijgt haar eigen visie als politieagente en beschouwt de problematiek op het niveau van de maatschappij als geheel. Tania Kombouri levert geen half werk. Ze beschrijft niet alleen de problemen, maar komt ook met oplossingen. Dat is bijzonder verfrissend. Er zijn talloze politici/demagogen die zo goed weten waar de problemen zitten, maar nergens een oplossing voor hebben. Kambouri heeft dat dus wel. En aangezien Kambouri niet alleen de problemen van mensen uit een moslimcultuur met de politie beschrijft, maar ook de maatschappelijke problemen met immigranten uit een moslimcultuur, is het een boek voor iedereen geworden. Het is geen boek met zweverige taal en wetenschappelijke theorieën. Kambouri schrijft met een “hands-on”-mentaliteit en dat is precies wat nodig is. Lezen dit boek!

 

Uitgeverij Just Publishers, juli 2016. 220 pag.

Koop bij bol.com

Schaduw van de Beul

Franck Thilliez – “Schaduw van de Beul”

Een seriemoordenaar met de bijnaam Beul 125 vermoordde op gruwelijke wijze jonge vrouwen. Hun kinderen spaarde hij, maar hij tatoeëerde zijn handtekening op hun hoofden: 101703…101005… 89784… Zevenentwintig jaar geleden werd hij opgehangen. De betekenis van de nummers is altijd onopgehelderd gebleven.

David Miller werkt bij een begrafenisondernemer en in zijn vrije tijd schrijft hij thrillers. Arthur Doffre, een hem onbekende, zwaar verminkte maar steenrijke man benadert hem om voor een enorm bedrag een boek te schrijven over Beul 125. Hij aanvaardt een opdracht om de seriemoordenaar tot leven te wekken: in een boek. David is gefascineerd door de zaak en heeft nu de kans om de geheime dossiers te bestuderen. Maar sommige details kunnen beter verborgen blijven… Samen met zijn vrouw en dochtertje vertrekt hij naar een chalet in het midden van het Zwarte Woud, waar ook zijn opdrachtgever verblijft. Het pittoreske chalet verandert echter al snel in een horrorhuis, en de aanwezigen moeten zien te overleven. Want buiten spookt iets onbekends rond dat het op hen voorzien heeft. En waarom wil Arthur dat het boek over Beul 125 koste wat kost geschreven wordt?

Een razendspannende thriller van Franck Thilliez. Dit is zijn tweede boek en met zijn snelle schrijfstijl sleept hij je bij je haren door het boek, vaak langs de meest gruwelijke taferelen. Maar toch wil je door blijven lezen. Dit is een thriller zoals een thriller hoort te zijn. Spanning van de eerste tot de laatste bladzijde. Franck Thilliez is de thrillerschrijver van Frankrijk. Welk boek van hem je ook pakt, het zal je nooit teleurstellen.

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2008. 320 pag.

Koop bij bol.com

Oorlog

Jochen Rausch – “Oorlog”

In een sobere, glasheldere en intense stijl vertelt Jochen Rausch het verhaal van Arnold Steins, een vijftigjarige man die als een kluizenaar samen met zijn hond (die hij “hond” noemt) leeft in een verwaarloosde hut op een berg (die hij “berg” noemt), ergens in de Alpen. Zijn 24-jarige zoon is gesneuveld in de oorlog in Afghanistan en de relatie met zijn vrouw heeft dit drama niet overleefd. Arnold voert hoog boven op zijn berg in alle eenzaamheid zijn eigen oorlog, tegen de natuur, tegen inbrekers, maar vooral tegen de spoken uit het verleden.

Zijn enige houvast is zijn hond. Als een onbekende vandaal zijn eenzaamheid bedreigt, vindt een mentale ommekeer plaats. Zijn passiviteit wijkt, hij stelt zich met geweld te weer en hervindt zijn levenskracht. Een menselijk drama in sobere, maar poëtische taal dat vanaf de eerste tot de laatste bladzijde spannend is. Uiterst invoelend wordt beschreven hoe de angst voor verlies een doorsnee echtpaar in de greep neemt en het leven alle zin lijkt te verliezen als het noodlot toeslaat. Een klein literair meesterwerk dat maatschappelijk relevant is, suggestieve kracht vertoont, psychologisch geloofwaardig is en troost biedt.

Jochen Rausch schrijft op een bijna kwetsbare manier over verlies. Al vanaf de eerste pagina voel je dat er iets pijnlijk heeft voorgevallen in het leven van Arnold. Gedurende het boek ontdek je wat het is, en lees je ook meer over zijn strijd. Jochen weet het verhaal te vertellen in schitterend, sober proza met af en toe een zin die je bijblijft, zoals “Misschien overwint de mens alle angst als hij zijn dromen eenmaal heeft begraven“.

Uitgeverij Lebowski, 2014. 224 pag.

Koop bij bol.com

De jaagster

Pauline de Bok – “De jaagster”

Twee vrouwen staan in “De jaagster” centraal: de jonge Merel Alvarez, die na de dood van haar ouders naar het Duitse platteland trekt en Luise Zingg. Zij woont een groot deel van haar leven in Wendland , vlak bij het IJzeren Gordijn en heeft veel van de ontwikkelingen in Duitsland in de vorige eeuw aan den lijve ondervonden. Haar vader was Oostfrontstrijder, na de oorlog werd het gezin gedeporteerd uit hun dorp omdat dit in het grensgebied, de Zone, tussen Oost en West lag. Uiteindelijk vluchtte het gezin naar West-Duitsland. Op latere leeftijd wordt Luise informant voor de DDR. De last van de geschiedenis drukt dus zwaar op haar schouders, nu ze het einde van haar leven merkbaar begint te bereiken. Al in het begin van de roman is ze soms kwijt hoe ze in haar jachthut terecht is gekomen.

Dat is een belangrijk thema in de roman: de jacht. Luise is als vrouwelijke jager een vreemde eend in de bijt en dat haar jachtgebied aan de rand van de Zone ligt en dat ze dit wel prettig vindt, maakt haar nog extra zonderling. Op deze manier komt ze ook in contact met de Ostie-grensbewakers. In een spel van aantrekking en afstoting wordt ze geronseld als informant, zonder dat ze het uit overtuiging doet. Meer vanwege haar gevoelens voor Peter, degene die haar instrueert.

Merel komt wel vol overtuigingen naar het Wendland. Ze komt uit een activistische vriendengroep die zich vooral bezighoudt met kernafvalopslag, waarvan er niet ver van haar nieuwe verblijfplaats ook een is. Maar al gauw houdt Merel zich meer bezig met de natuur om zich heen. We zien Pauline de Bok langzaam Merel naar de wereld van de jacht duwen. Eerst probeert ze haar tuin slakvrij te maken, waarbij ze steeds gruwelijker methodes moet toepassen. Met haar aanloopkatten hanteert ze een leven en laten leven-beleid. En nadat ze zich tegen haar oude vriendje heeft laten ontvallen dat ze jager wil worden, komt ze erachter dat ze dat ook echt wil.

Pauline de Bok beschrijft de jacht in haar romantische traditie. Urenlang wachten in de natuur, de eenheid tussen jager en prooi, samenzijn in de natuur. De groet Weidmansheil na een raak schot. Jagen om voor de natuur te zorgen. En vooral deze passages appelleren aan een gevoel dat recht tegenover de dierenbescherming of Partij voor de Dieren staat. Het idee dat het jagen bij de natuur hoort. Dat weet de schrijfster mooi over te brengen, zonder dat de roman een pamflet wordt. Daarvoor drukt de geschiedenis te zwaar op de eenzelvige Luise.

Uitgeverij Atlas, 2014. 288 pag.

Koop bij bol.com

Dansen op de muur

Maria Genova – “Dansen op de muur”

Maria Genova groeide op tijdens het communisme in Bulgarije. Nu woont ze al ruim 20 jaar in Nederland. Ze heeft dus zowel het communistische regime van het Oostblok meegemaakt als het kapitalistische systeem van de westerse wereld.
In haar nieuwe boek “Dansen op de muur” beschrijft Maria Genova het leven in een communistische dictatuur, het vallen van de muur op 9 november 1989, de gevolgen daarvan en haar blik op het kapitalistische systeem van het Westen. Hierbij maakt ze zowel gebruik van eigen ervaringen als van historische feiten. Ze beschrijft de voor- en nadelen van zowel het communistische systeem als het kapitalistische systeem, en doet dat op een eerlijke en objectieve wijze.

Wie eerder een boek van Maria Genova gelezen heeft, is bekend met haar schrijfstijl. De zinnen lopen soepel en je hebt het gevoel dat ze jou het verhaal aan het vertellen is, in plaats van dat je een boek aan het lezen bent. Deze verhalende stijl zorgt er voor dat het nooit droog wordt, en het boek ook interessant is voor mensen die niet van geschiedenis of politiek houden. Een ander leuk detail is dat Maria door het boek heen strooit met moppen die vroeger stiekem in het Oostblok verteld werden.Als bijlage is achterin het boek een lijst met Oostblok-moppen opgenomen. Moppen die wij hier nooit gehoord hebben, maar zeker erg grappig zijn, en een serieus onderwerp luchtig maakt zonder dat het het niveau van het boek omlaag haalt. Wat zeker vermeld dient te worden, is dat dit boek ook een aantal pagina’s bevat met 65 mooie kleurenfoto’s, voornamelijk genomen in het (voormalige) Oostblok. Klasse! Zeker een aanrader.

Uitgeverij Just Publishers, 2014. 240 pag.

Koop bij bol.com