Post Tagged ‘dood’

P.I.D.

Bronja Hoffschlag – “P.I.D.”

1967. Nadat de achttienjarige Thomas Fremont een nieuwe foto van de Beatles ziet, raakt hij ervan overtuigd dat Paul McCartney om het leven is gekomen en vervangen door een bedrieger. Met ieder album dat verschijnt stapelen de aanwijzingen die hij ontdekt in de covers en liedteksten zich op, maar niemand hoort of ziet wat voor Thomas zo overduidelijk is. Hij besluit de waarheid aan het licht te brengen, een keuze met verstrekkende gevolgen.
1999. Beth denkt nog vaak terug aan de nacht, waarop haar enige zoon verdween. Thomas kwam nooit meer thuis. Dertig jaar heeft ze berust in het feit dat ze hem nooit meer zal zien, totdat ze in een kastje van haar man, Robert, een stapel documenten vindt en ontdekt wat Robert al die jaren angstvallig voor haar heeft verzwegen. Beth neemt een beslissing: ze moet en zal haar zoon terugzien. Hoe dan ook.

In 2013 verscheen “De dode kamer“, het debuut van Bronja Hoffschlag – en tevens het eerste deel van een thrillertrilogie “Project X” – dat bekroond werd met de Crimezone Debuutprijs 2014. In 2015 verscheen het tweede deel, “De Skinner Methode“. Beide boeken waren enorm succesvol. Tussendoor verscheen in 2014 nog de losstaande thriller “Snuff“. Hoffschlag zette zich meteen neer als een van de beste en meest vernieuwende thrillerschrijvers van Nederland. Dat ze kon schrijven was mij dus al bekend. Voor “P.I.D.” maakte ze echter een uitstapje buiten het thrillergenre en dat leverde een boeiende roman op over de samenzweringstheorieën rond Paul McCartney. Volgens sommigen zou McCartney namelijk in 1966 al zijn overleden en vervangen zou zijn door een dubbelganger.De titel “P.I.D.” staat dan ook voor “Paul Is Dead”. Ik was bekend met de speculaties rond de dubbelganger van Paul McCartney, maar zag niet hoe iemand daar een roman van kon maken. Dat zag Bronja Hoffschlag echter wel en schreef (tussen haar werk aan haar thrillertrilogie door) deze ijzersterke roman over de achttienjarige Thomas Fremont die o.a. in foto’s en de songteksten van de Beatlesliedjes steeds meer bewijzen ziet voor de dood van Paul. Hij probeert zijn ontdekkingen te delen met andere mensen, maar dat blijkt niet ongestraft te blijven. Dertig jaar later woont zijn moeder Beth, die al die tijd geen contact met Thomas heeft gehad en ook geen idee is waar Thomas gebleven is, naast de tiener Syd. Als de vader van Thomas sterft, beginnen de geheimen uit het verleden aan het licht te komen en Beth probeert er samen met haar buurjongen Syd achter te komen wat er met haar zoon Thomas is gebeurd.

P.I.D.” is een ijzersterk geschreven roman. Het is duidelijk dat Bronja Hoffschlag meer kan dan ijzingwekkende thrillers schrijven. Met even groot gemak heeft zij deze spannende roman geschreven over geheimen, vriendschap, familiebanden en muziek. Er zitten talloze verwijzingen in boek naar het leven in de sixties en naar de muziek van die periode. Het is duidelijk dat Hoffschlag veel research heeft gedaan. Ze schrijft met veel kennis van zaken. Deze roman is niet alleen een aanrader voor Beatles-fans. Ook niet-fans zullen smullen van deze ingenieuze roman. Hoewel ik vol spanning zit te wachten op de derde thriller in de “Project X“-trilogie, hoop ik ook dat Hoffschlag besluit nog eens een roman te schrijven. “P.I.D.” smaakt naar meer. Veel meer!

Uitgeverij Agemo, juni 2017. 316 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Advertentie
Laat los mijn hand

Edward Docx – “Laat los mijn hand”

Louis Lasker houdt zielsveel van zijn familie – de momenten dat het niet zo is daargelaten. Zijn twee halfbroers, Jack en Ralph, zijn fantastische, lastige mensen, maar heel druk met hun eigen ego’s. Louis’ leven staat in het teken van het verzorgen van zijn vader. Met zijn vieren ondernemen ze per busje een reis van Londen naar Zürich. Hun vader is ongeneeslijk ziek en hij wil op waardige wijze zijn leven beëindigen. In Engeland is dat bij wet verboden. In deze geweldige road novel gaat het in feite over de elementaire vragen in het leven en wat er uiteindelijk werkelijk toe doet. ‘Ontroerend’ dekt geenszins de lading, dit boek knalt recht je hart in en laat je na lezing verweesd achter. Docx heeft een uiterst actueel verhaal geschreven en de meest onweerstaanbare en onuitstaanbare personages gecreëerd, rijkgeschakeerd als het leven zelf.

Louis (Lou) Lasker rijdt met zijn aan ALS lijdende vader naar Zwitserland, omdat deze wil sterven voordat hij nog verder aftakelt. In Engeland is dat bij de wet verboden, dus moeten ze uitwijken naar Zwitserland, waar de organisatie Dignitas mensen die euthanasie willen, helpt sterven. Tijdens de reis (die van deze roman feitelijk een road novel maakt), wordt de verstandhouding tussen Lou en zijn vader op de proef gesteld. Hij heeft zelf aangeboden om zijn vader naar Zürich te brengen, maar worstelt toch met het naderende afscheid. Ook zijn halfbroers Ralph en Jack hebben het er moeilijk mee dat hun vader wil sterven. Ze gaan er allemaal op hun eigen manier mee om. Uit alles blijkt dat Edward Docx een geboren verteller is die lastige onderwerpen niet uit de weg gaat. De zinnen zijn prachtig gecomponeerd, de dialogen realistisch en soms schurend door de achterliggende spanning tussen de personages. “Laat los mijn hand” is niet alleen een indrukwekkende road novel, maar ook een verhaal over leven en dood, over de relaties tussen kinderen en hun vader en de relaties van de broers onderling. Maar bovenal is het een roman over liefde: liefde voor elkaar en liefde voor het leven. Een buitengewoon indrukwekkende prestatie. Een boek dat je niet snel zult vergeten.

Uitgeverij Atlas Contact, juni 2017. 416 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Mensen zonder uitstraling

Jente Posthuma – “Mensen zonder uitstraling”

Over de auteur: Jente Posthuma publiceerde korte verhalen in De Revisor, Das Magazin, Hollands Maandblad en De Gids. In 2012 won ze de A.L. Snijdersprijs voor het beste zeer korte verhaal. Met A.L. Snijders en Tommy Wieringa speelde ze drie literaire theatervoorstellingen in De Kleine Komedie. Posthuma groeide op in Twente en woont met vriend en kind in Amsterdam. “Mensen zonder uitstraling” is haar debuutroman.

De stuurloze hoofdpersoon van “Mensen zonder uitstraling” leeft in de schaduw van haar moeder, een ontevreden actrice. Haar vader is hoofd van een psychiatrische inrichting. Psychopaten en depressieven raadt hij aan hun bezigheden in afgepaste tijdsblokken in te delen, zodat ze meer controle krijgen over hun bestaan. Zijn dochter geeft hij hetzelfde advies. Dan overlijdt haar moeder en blijven vader en dochter over.

Citaat:[Haar moeder] had het ook vaak over uitstraling, en vooral over mensen die dat niet hadden. Dat waren verschrikkelijke mensen. Die waren nog erger dan lelijke mensen.

Recensie door Coen Peppelenbos. Eerder verschenen op tzum.info:
De verschillende hoofdstukken van het boek vertellen delen uit het leven van de ik-persoon. We zien haar in het ene hoofdstuk als meisje, in het andere als aankomend schrijfster of als dertiger met kind. Posthuma schiet heen en weer in de tijd. De grootste breuk in het leven van de hoofdpersoon is de dood van haar moeder, een actrice die op jonge leeftijd aan kanker overlijdt. Die gebeurtenis tekent, zonder dat het expliciet gezegd wordt, haar verdere leven. Hoe verhoudt ze zich tot haar vader, hoe tot haar minnaars? Waar komt die afschuw over mensen die hoorbaar eten vandaan? Waarom lukt het haar niet om een echte roman op poten te zetten.

Posthuma vertelt op een laconieke wijze: er wordt niet sentimenteel gedaan, noch wordt alles gepsychologiseerd, ondanks dat de vader van de hoofdpersoon psychiater is. Het laatste hoofdstuk gaat over het sterven de moeder, maar zelfs dat weet Posthuma indrukwekkend licht te houden. Eerder in de roman heeft de schrijfster de lezer op het verkeerde been gezet door een hoofdstuk te beginnen met de zin: ‘”Het is tijd afscheid te nemen,”‘ zei mijn moeder, “want ik ga dood.”‘ Vals alarm voorlopig, want in dat hoofdstuk heeft ze slechts te veel van een ‘bruine taart’ gegeten, waardoor ze nogal raar werd in haar hoofd. Het tekent de schrijfster die weet hoe ze een boek moet componeren.

Er zit gelukkig ook veel ironie in de zinnen, een stijlmiddel dat door veel jonge schrijvers verafschuwd wordt, maar waardoor deze roman wel een continue lichtheid behoudt. Zo heeft de hoofdpersoon een tijdje een vriendje die bij de film werkt, en ook zij krijgt een keer een rolletje. ‘Als lijk vond Thomas me erg geslaagd, omdat ik goed stil kon liggen. Maar ik kon er niet van leven.’ Of neem deze passage over een vriendin: ‘Zelf had ze ADHD en kon ze niet goed focussen. Als ik iets vertelde, moest ik snel praten, zodat ik klaar was voor haar gedachten afdwaalden.’ Het is mede aan dit soort mooie zinnen te danken dat “Mensen zonder uitstraling” een prachtig debuut is.

Uitgeverij Atlas Contact, augustus 2016. 176 pag.

Koop bij bol.com

De Testamenten

Frank Wouters – “De Testamenten”

Een duistere erfeniskwestie en een brede grijns
Elsbeth is het als notaris gewend om testamenten voor te lezen, maar waarom is ze zo geraakt door wat Lucas in zijn laatste wilsbeschikking heeft neergeschreven? Natuurlijk kende ze hem, vaag, van in het dorp. Ze wist dat hij een romanticus was, een melancholische ziel met een talent om zich met gemak uit elke miserabele situatie te werken en elk aankomend succes te elfder ure de nek om te wringen. En nu was hij dood, omgekomen in een bizar ongeval. Zijn nabestaanden zitten als gieren te loeren op de erfenis. Zijn testament staat vol van poëtische verrassingen en mysterieuze verwijzingen. De erfgenamen zijn onthutst en verward. Dan duiken er meerdere testamenten op. Wat heeft Lucas bezield om ze elk een vage datum te geven? En waarom schreef hij er zoveel? Aan Elsbeth om doorheen alle intriges de ware wil van Lucas te achterhalen.

Een zeldzaam mooie roman over hebberigheid en sterfelijkheid, de maakbaarheid van het leven en het rammelen van menselijke relaties en de houdbaarheid van huwelijken. Briljant in al zijn eenvoud, en gelukkig ontbreekt ook de humor niet. Zoals al op de achterkant van het boek staat “Een geweldige leeservaring. En een grijns of vijf”. Een schrijver van wie we hopelijk nog veel gaan horen. “De Testamenten” is in ieder geval een meesterwerkje. Zowel de testamenten in het boek als het boek “De Testamenten” zijn uniek. Zonder enige twijfel vijf sterren waard.

Uitgeverij Lannoo, 2015. 284 pag.

Koop bij bol.com

Alles om jullie heen is er nog

Marieke Poelmann – “Alles om jullie heen is er nog”

Op 12 mei was het vijf jaar gelden dat vlucht 8U-771 van Afriqiyah Airways neerstortte in Tripoli. Onder de passagiers bevonden zich 71 Nederlanders, waaronder de ouders van Marieke Poelmann. Van de 104 inzittenden komen er 103 om het leven, waarvan 67 Nederlanders. De enige overlevende is het negenjarige jongetje.
Marieke’s ouders waren onderweg naar huis na een vakantie in Zuid-Afrika. Marieke is op dat moment 22 jaar oud en belandt als beginnende journalist plotseling aan de verkeerde kant van het nieuws. Wat er dan op haar afkomt is overweldigend: familierechercheurs, slachtofferhulp, banken en verzekeraars bevolken de stoep van haar ouderlijk huis. Ook delen zij en haar oudste broer Boris ineens de verantwoordelijkheid voor hun gehandicapte broer Sándor, die op zijn elfde een hersentumor kreeg. Om nog niet te spreken over het onwerkelijk grote verdriet dat zich aandient, dat Poelmann op indringende wijze weet te beschrijven. Door de vliegramp komen angsten uit Mariekes vroege jeugd, de herinneringen aan de ziekte van haar broer Sándor en de relaties binnen haar familie in een heel ander perspectief te staan.

“Alles om jullie heen is er nog” is een buitengewoon aangrijpend boek over het verlies van beide ouders. Het plotseling wees zijn. Het alles moeten regelen, terwijl jezelf helemaal ontregeld bent. Marieke Poelmann weet dit alles op zeer indringende wijze over te brengen. Het is een aangrijpend en meeslepend boek, waaruit duidelijk blijkt dat de pijn nooit verdwijnt. Marieke heeft ook gesproken op de gesloten bijeenkomst voor nabestaanden van de MH-17 ramp, want Marieke is nu ook al vijf jaar een “nabestaande”, hoe je die rol ook moet invullen, en daar worstelt Marieke ook mee. Haar ouders zijn geen dag uit haar gedachten.
Marieke beschrijft het proces dat ze met haar broers doormaakt vlak na de crash op een pijnlijk eerlijke en open manier. Met “Alles om jullie heen is er nog” heeft ze niet alleen een verslag geschreven over wat haar overkomen is sinds 12 mei 2010, maar ook een waardig eerbetoon aan haar ouders. Een schitterend boek over een verschrikkelijk drama.

Meer info: www.mariekepoelmann.nl

Uitgeverij De Bezige Bij, 2015. 256 pag.

Koop bij bol.com

De laatste dans

Fabio Stassi – “De laatste dans”

De 82-jarige Chaplin krijgt tijdens Kerst de Dood op bezoek en weet hem respijt af te dwingen door hem aan het lachen te maken. Hij wint daarmee zes jaar, tijd genoeg om zijn levensverhaal in dito hoofdstukken aan zijn dan 15-jarige zoon te vertellen. Het is opvallend dat pas het laatste deel van de roman verhaalt over zijn grandioze loopbaan als filmkomiek en de nadruk legt op zijn vormende jaren in het vaudeville en circus, in Engeland en later Amerika (deels samen met Stan Laurel). In een belangrijk subplot volgt Chaplin de sporen van de liefde van de gekleurde tijgerkooiverzorger Arléquin voor de acrobate Eszter (om haar te vereeuwigen vindt deze, nog voor de gebroeders Lumière, een cinematograaf uit). De auteur put uit Chaplins memoires en interviews, de fictieve elementen overtuigen moeiteloos en mede door de persoonlijke briefvorm werd het innemende, geloofwaardige en geslaagde ‘faction’.

Het boek bestaat uit zes zogenaamde “filmrollen” waarin Charlie Chaplin zijn verhaal vertelt aan zijn 15-jarige zoon Christopher. Tussendoor kom je als lezer nog een paar korte hoofdstukjes tegen, waarin Chaplin onderhandelt met de dood om hem nog één jaar te laten leven. Fabio Stassi heeft enorm veel research gedaan om dit boek tot stand te kunnen brengen. Voor zover je als leek de feiten kunt checken, kloppen ze allemaal. Zo is Chaplin inderdaad vier dagen vóór Hitler geboren en overleden met kerst (25 december 1977). Dit boek is een indrukwekkende mengeling van feiten en fictie. Je leert Chaplin goed kennen door dit boek. Je leert meer over zijn leven, zijn loopbaan etc., maar een biografie is het niet. Het is niet voor niets een roman. Er wordt natuurlijk ook een en ander verzonnen om het tot een goedlopend verhaal te maken, en daar is Stassi buitengewoon goed in geslaagd. Graag meer van zulke boeken!

Uitgeverij Ambo|Anthos, 2014. 269 pag.

Koop bij bol.com

Ze dachten dat het psychisch was

Lieske Keuning – “Ze dachten dat het psychisch was”

Ik heb er een paar dagen over gedaan om dit boek te lezen, hoewel het wel mogelijk is om het boek in 24 uur te lezen, maar daarvoor was het mij te heftig. Ik moest het boek af en toe wegleggen om bij te komen van al het verdriet, de pijn en de machteloosheid. Waarom het voor mij zo heftig was, is omdat ik Nienke kende. Of beter gezegd: ik kende haar zusje heel goed, en daardoor kende ik Nienke een beetje.

Dit boek leest bijna als een medisch document. Verslaglegging van de hele medische molen, waar Nienke en haar moeder Lieske doorheen moeten, met vermelding van data en locaties, alles is gedetailleerd beschreven, omdat het gebaseerd is op de dagboeken die moeder Lieske bijhield. Wel op een nuchtere, zelfs vrij afstandelijke manier, wat een boek met een dergelijk zwaar onderwerp natuurlijk wel leesbaar houdt. Er zijn mensen die vinden dat “het gevoel” een beetje mist. De ondertitel van het boek is echter “Het verhaal van Nienke”. Lieske heeft haar eigen gevoelens opzij geschoven om Nienkes verhaal te kunnen vertellen. Dat dwingt respect af. Er gaat veel tijd verloren als Nienke in de medische molen terechtkomt, waarin de ziekte ondertussen voortwoekert en dan is ze uiteindelijk afhankelijk van één enkele oplettende specialist. Dat zo’n situatie ten koste gaat van de onderlinge relatie en het begrip, komt in dit boek wel naar voren. Het gevoel van machteloosheid, het geduld dat je op moet brengen, het strijdbare doorzettingsvermogen, het eindeloos naar dokters en ziekenhuizen gaan, en tot slot de schrik (en heel tegenstrijdig ook de opluchting) als er dan toch eindelijk een diagnose gesteld wordt. Helaas krijgt moeder Lieske zelf ook pittige gezondheidsproblemen, wordt ondertussen ook nog oma en heeft haar werk als dominee in een hervormde gemeente, die niet al te veel begrip en medeleven voor haar situatie opbrengt. Toch voelt Lieske zich gesterkt door haar geloof, Nienke ervaart dit anders. Het gaat ongeveer een jaar lang wisselend goed met Nienke, maar dan komt haar tumor terug en is haar einde nabij. Heel bijzonder is de manier waarop zij haar afscheid voorbereidt met een “proefdienst” in een klooster. De gesproken teksten bij Nienke’s afscheid staan in een bijlage achterin het boek en zijn erg mooi. Het boek is enkele jaren na Nienke’s dood geschreven en in een epiloog laat Lieske nog even weten hoe het verder ging. Al met al een mooi document. Ik vind het mooi en dapper om te lezen hoe Nienke op haar eigen wijze (en eigenwijze) is omgegaan met haar ziekte en haar dood.
Het boek is indrukwekkend en aangrijpend, en ondanks het onderwerp geschreven in een stijl die plezierig leest.

Uitgeverij Boekencentrum, 2011. 204 pag.

Koop bij bol.com

Roxy

Esther Gerritsen – “Roxy”

Roxy is zevenentwintig, schrijfster en moeder van Louise van drie, als de politie aan de deur staat. Arthur, haar dertig jaar oudere man is dood, verongelukt. Naakt zat de filmproducent in de auto, met zijn even naakte stagiair. En Roxy, die toch al niet zo van de dagelijkse dingen is, die het koffiezetapparaat met al zijn knoppen niet weet te bedienen, houdt het verdriet op afstand. Als absolute eenling die het liefst boven op haar kamertje zit te schrijven heeft ze geen vrienden die haar bijstaan. Maar de oppas en de assistente van haar man trekken al snel bij haar in. Ze haalt de begrafenisondernemer in bed, zet haar dochter achter een smurfen-dvd en neukt hem op de bank. Als ze betrapt worden door een fotograaf van een roddelblad vertrekt Roxy met oppas Feike, assistente Jane en dochter in de auto naar Frankrijk. Het begin van een bizarre roadmovie waar ze zich nog verder ontpopt als egocentrisch en sociaal onaangepast wezen. Maar Roxy is ook welbespraakt, slim, interessant en absurd. Esther Gerritsen schildert in prachtige scènes en dialogen een vrouw die niet vanzelf mee kan doen in het leven. Die moeite heeft met relaties en vlucht in haar opwellingen. Die je als lezer beurtelings afstoot en vertedert en je aan het eind in verwarring achterlaat.

Wie is Roxy? Haar eerste boek bevatte het verhaal van haar jeugd, als dochter van een trucker en een alcoholistische moeder. Dat verhaal schreef ze om te vluchten en zodra Arthur haar de kans bood liep ze weg, zonder om te kijken. “Maar dan ben je eindelijk weg en dan wil iedereen alleen maar horen waar je vandaan komt.”
Wie zijn Jane en Feike? Ze lijken Roxy amper te kennen en meer uit verdriet om Arthur mee te gaan op haar roadtrip, dan uit sympathie voor de jonge weduwe. En hoe beter ze haar leren kennen, hoe minder ze haar waarderen. “Arthur zei wel dat je gestoord was, maar ik wist niet dat het zo erg was.” Maar is dat wel zo? Is Roxy niet gewoon een jonge weduwe, bedrogen door haar man, vol verdriet, ontkenning, woede en rouw?

Gerritsen schrijft haar verhaal tussen de regels door. Ze legt niets uit, maar laat de gebeurtenissen en dialogen elkaar in een bizarre achtbaan opvolgen. En daartussendoor wringt het en schuurt het. Het is alsof de personages zich expres op afstand houden en je hebt als lezer niet het gevoel dat je ze kent. Dat schept ruimte om je eigen invulling te geven. Het verhaal is zwaar, maar zo licht en vol humor geschreven dat zelfs Roxy’s ergste misdragingen eerder vertedering dan afkeer opwekken. Vertedering die hoop geeft voor de toekomst en zo laat Gerritsen de lezer met een open einde achter.

Uitgeverij De Geus, 2014. 213 pag.

Koop bij bol.com

Pulp

Charles Bukowski – “Pulp”

Pulp” was het laatste boek dat Bukowski schreef voordat hij in 1994 stierf aan leukemie. 20 jaar na zijn dood bracht Uitgeverij Lebowski alle boeken van Bukowski opnieuw uit in herziene vertalingen.

In “Pulp” heeft detective Nick Belane het plotseling druk. Hij krijgt de opdracht de Franse schrijver Céline uit te leveren aan een zekere Lady Death (een verwijzing naar zijn eigen dood?); hij wordt ingehuurd door een begrafenisondernemer die lastiggevallen wordt door een vrouwelijk buitenaards wezen; hij moet een rode mus lokaliseren en tot slot een overspelige vrouw schaduwen. Pulp is een parodie op de traditionele detectiveromans, zoals alleen Bukowski dit had kunnen schrijven.
Opvallend genoeg is de hoofdrol in dit boek niet weggelegd voor Bukowski’s alter-ego Chinaski, maar heet de hoofdpersoon Nick Belane. Misschien vond hij het geen prettig idee dat Chinaski met de dood in aanraking zou komen, omdat hij zich zo vereenzelvigde met zijn personage Chinaski.

Pulp” is dan wel niet Bukowski’s bekendste werk of meesterwerk (ik denk dat de meeste liefhebbers dan zouden kiezen voor “Postkantoor“), maar zoals Simon de Waal het omschrijft, is “Pulp” “Bukowski’s laatste en eervolle middelvinger naar de dood. En naar het leven”. En zo is het maar net!

Uitgeverij Lebowski, 2014. 192 pag.

Koop bij bol.com