Post Tagged ‘auto-euthanasie’

Uitweg

Boudewijn Chabot & Stella Braam – “Uitweg”

In “Uitweg” beschrijven psychiater Boudewijn Chabot en journaliste Stella Braam manieren om waardig en omringd door dierbaren afscheid van het leven te nemen.

In deze vijfde herziene editie van “Uitweg” is naast stoppen met eten en drinken of het innemen van een dodelijke combinatie van medicijnen ook een nieuwe methode voor zelfeuthanasie. Sinds de verschijning in februari 2010 heeft Uitweg voor een aardverschuiving gezorgd. Waar hulp bij zelfdoding voorheen onbespreekbaar was, is het volgens artsenorganisatie KNMG artsen nu toegestaan om (als euthanasie niet mogelijk is) de in dit boek behandelde methoden ter sprake te brengen bij patiënten met een doodswens.

Sinds de eerste druk van dit boek in 2010 is het een klassieker over een zelfgekozen, zorgvuldige zelfdoding. De ondertitel luidt “Een waardig levenseinde in eigen hand” en dat vat het boek goed samen. Naast euthanasie, waarbij de persoon die wil sterven afhankelijk is van een arts, en “harde” zelfdoding, bijvoorbeeld door ophanging, van een flat of voor de trein te springen, is er nog een manier die daar tussenin ligt: de zorgvuldige zelfdoding. Bij een zorgvuldige zelfdoding (een waardig levenseinde in eigen hand) kan de persoon sterven op een waardige manier en in bijzijn van zijn of haar geliefden. In dit boek worden drie methoden besproken: stoppen met eten en drinken (versterven), de medicijnmethode (een overdosering van medicijnen die normaal gesproken op recept voorgeschreven worden, maar inmiddels ook vrij gemakkelijk via internet te bestellen zijn) en de heliummethode. In hoeverre deze methodes het predicaat “waardig” verdienen moet iedereen uiteraard voor zichzelf uitmaken. Duidelijk is in ieder geval dat de persoon die voor een van deze methodes kiest, in ieder geval in alle rust afscheid kan nemen van de dierbaren en ook zelf zijn uitvaart mee kan helpen plannen of regelen. Voor de nabestaanden is dit ook makkelijker te verwerken dan een bloederige of verminkende zelfdoding. In deze nieuwe druk is uitgebreid plaats gemaakt voor nieuwe (maatschappelijke) ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld het initiatief Voltooid Leven, het beschikbaar zijn van een “pil van Drion” door de Coöperatie Laatste Wil en de rechtszaak tegen Albert Heringa die zijn stiefmoeder Moek hielp sterven door haar medicijnen te geven waardoor zij kon sterven op de manier zoals zij wilde. Heringa werd hier voor veroordeeld zonder oplegging van straf, maar deze zaak moet in opdracht van de Hoge Raad opnieuw behandeld worden door het Gerechtshof. Het boek biedt veel informatie, zowel praktisch als juridisch, maar is toch toegankelijk voor een breed publiek, vooral dankzij de intermezzo’s, waarin casussen besproken worden, waardoor er begrip kan ontstaan voor de redenen waarom mensen kiezen voor een zorgvuldige zelfdoding. Dit boek is al sinds 2010 een belangrijk boek in de literatuur over een zelfgekozen levenseinde en ondanks de enorme hoeveelheid informatie die er inmiddels op internet beschikbaar is, is dit boek nog steeds het standaardwerk over een zorgvuldig, zelfgekozen levenseinde. Een waardig levenseinde in eigen hand. Een boek dat in zeven jaar tijd allerminst aan belang heeft ingeboet. Met uitgebreid literatuuroverzicht voor wie zich verder wil verdiepen in de onderwerpen die in dit boek aan bod komen.

Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, mei 2017. 304 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Advertentie
De weg kwijt

Boudewijn Chabot – “De weg kwijt”

De acceptatie van euthanasie bij allerlei nare lichamelijke ziekten is enorm toegenomen. In De weg kwijt legt Boudewijn Chabot de schaduwkant hiervan onder een vergrootglas. 25 jaar geleden stond Chabot al voor de rechtbank pal voor zelfbeschikking over het levenseinde. Maar nu euthanasie ook bij dementie en psychiatrie snel toeneemt, roept hij op tot bezinning.
Deze kwetsbare patiënten krijgen onvoldoende zorg en behandeling, waardoor hun angst voor het leven en het verlangen naar de dood toenemen. Hun hersenziekten tasten het vermogen aan om zelfstandig te beslissen. Ze horen dat euthanasie bij ongeneeslijke lichamelijke ziekten een oplossing kan zijn, en dat ook zíj om euthanasie kunnen vragen bij de levenseindekliniek.
Hoogleraar Anne-Mei The valt Chabot bij en demonstreert in haar Proeftuin Dementie hoe je anders kunt omgaan met de angst voor dementie. Hoogleraar Jim van Os legt uit hoe het komt dat psychiatrische behandeling geen hoop meer biedt aan mensen die worstelen met de dood.

In dit dunne boekje van 80 pagina’s stelt psychiater Boudewijn Chabot de huidige euthanasiepraktijk aan de kaak, die naar zijn mening “zorgwekkend” is. Volgens de euthanasiewet van 2002 moet voor een zorgvuldige euthanasie aan drie voorwaarden voldaan zijn:

  1. Er is sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek
  2. Er is sprake van ondraaglijk en uitzichtloos lijden
  3. Er is geen andere redelijke oplossing dan euthanasie

Volgens Chabot is de huidige euthanasiepraktijk uitgehold, omdat er in veel gevallen alleen nog maar aan het eerste criterium voldaan dient te worden. Het uitzichtloos en ondraaglijk lijden en het afwezig zijn van andere redelijke oplossingen wordt volgens hem niet getoetst door de toetsingscommissies euthanasie. Volgens de wet is er ook sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek als iemand jaren geleden een wilsverklaring op papier heeft gezet, ook al is de persoon in kwestie inmiddels zover gevorderd in zijn of haar dementie dat de doodswens niet herhaald kan worden. Dit heeft er in de praktijk toe geleid dat er bij enkele mensen een slaapmiddel in voedsel of een drankje werd gedaan, zodat er overgegaan kon worden tot euthanasie zonder dat de betreffende persoon zich kon verzetten. Dat is Chabot een doorn in het oog, ondanks het feit dat er in deze gevallen een euthanasieverklaring waren ondertekend op het moment dat deze mensen nog wilsbekwaam waren.

In zes hoofdstukken, waarvan drie bestaan uit krantenartikelen die eerder gepubliceerd zijn in De Volkskrant, Trouw en NRC Handelsblad, probeert Chabot de euthanasie terug te brengen naar de drie eerdergenoemde pijlers waarop de euthanasiewet is gebaseerd. Dit betekent evenwel dat mensen met chronisch psychiatrisch lijden of dementie achter het net vissen. Dit vindt Chabot geen zaken voor euthanasie. Indien die mensen toch willen sterven, verwijst hij ze naar zijn vroegere boek “Uitweg“, waarin methodes vermeld staan waarmee iemand zelf op een “zorgvuldige” wijze een einde aan het leven kan maken.
Hoewel Chabot duidelijk formuleert en met goede argumenten komt, weet hij mij niet volledig te overtuigen. Dat neemt echter niet weg dat dit boekje, ondanks zijn geringe omvang, een belangrijke toevoeging is aan het debat over euthanasie.

Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, augustus 2017. 80 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman

Zelf over het levenseinde beschikken

Ton Vink – “Zelf over het levenseinde beschikken”

Euthanasie is een kwestie waarbij de doorslaggevende stem die van de arts is. Daarmee is meteen boven water wat er in die praktijk ten principale mis is (zelfs al gaat het niet altijd mis): de ondergeschikte positie van de zelfbeschikking van de persoon wiens leven en levenseinde het betreft. Dat is namelijk niet de arts.

De vraag die de hoofdpersonen in dit nieuwe boek zich op enig moment stellen, ieder op eigen wijze, zou je een typisch stoïcijnse vraag kunnen noemen: ‘Wat te doen wanneer naar eigen overtuiging het beëindigen van het leven redelijker lijkt dan het voortzetten ervan? Zich verzetten tegen de loop der dingen? Alles uit de kast halen om in leven te blijven? Of erkennen dat, na het moment van komen, nu het moment van gaan is aangebroken?’

Zelden is een titel van een boek zo duidelijk geweest als in dit geval: “Zelf over het levenseinde beschikken. De praktijk bekeken“. Dat is precies waar dit boek over gaat. Aan de hand van negentien casussen beschrijft auteur Ton Vink, filosoof en counselor bij Stichting De Einder, hoe mensen overgaan tot een zorgvuldige en humane zelfdoding. Er wordt duidelijk aangegeven wat de rol van de counselor in deze gevallen is (informatie verschaffen, morele steun bieden etc.), maar dat de zelfdoding an sich een verantwoordelijkheid blijft van de cliënt. Dit mede omdat hulp bij zelfdoding strafbaar is op basis van art. 294, Wetboek van Strafrecht. Aan dit wetsartikel en de valkuilen die daar het gevolg van zijn, wordt ook stilgestaan in dit boek. Er moet uitdrukkelijk een verschil gemaakt worden tussen euthanasie (waarbij een arts, min of meer als gunst, euthanasie verleent aan een patiënt) en de gevallen van zorgvuldige, humane zelfdodingen die in dit boek beschreven worden. In sommige gevallen was euthanasie afgewezen, maar in andere gevallen wilden de cliënten zelf de regie houden over hun levenseinde en dit niet overlaten aan de beschikking van een arts. Het hele boek draait dan ook om zelfbeschikking. De negentien casussen die in dit boek worden beschreven, worden afgewisseld met een viertal intermezzo’s, waarin medewerkers van Stichting De Einder hun visie op de term “zelfbeschikking” geven. Al met al een buitengewoon interessant en leesbaar boek. Het geeft wel aan dat het nog niet zo makkelijk is om een humane vorm van zelfdoding te kiezen. Daar gaat heel wat voorwerk aan vooraf. Het is echter een goed alternatief voor bijvoorbeeld ophanging, het doorsnijden van de polsen, voor de trein of van een flat te springen. Stichting De Einder strijdt voor de mogelijkheid om op een humane manier tot zelfdoding over te gaan en wat dat in de praktijk betekent, wordt buitengewoon helder en duidelijk uitgelegd in dit boek.

Uitgeverij Damon, november 2008. 141 pag.

Koop bij bol.com

Recensie: Huso Akkerman