Op een regenachtige middag wordt de zestienjarige Jolanda ontvoerd. Ze is de dochter van wethouder Frits Halen en zijn vrouw Saskia. Gaandeweg het onderzoek wordt duidelijk dat de daders weinig respect hebben voor menselijk leven. De leider van de kidnappers is actief geweest bij de massamoord in Srebrenica en is nu wapenhandelaar. Frits ergert zich aan de trage opsporingsactiviteiten en gaat zelf op onderzoek uit. Samen met Marjan Liter, verpleegkundig sergeant bij de Luchtmobiele Brigade, reist hij naar Servië en raakt verstrikt in een wereld van geweld, waarin geld het altijd wint van medemenselijkheid. De zoektocht verplaatst zich naar Amman, de hoofdstad van Jordanië, waar wapenproducenten en -handelaren, regeringsvertegenwoordigers, investeerders en vrijheidsstrijders elkaar in een moordende omhelzing houden. Een omhelzing waarbij Nederland een cruciale rol speelt?
Rob van Doorn heeft met “Onmenselijke mensen” een ijzersterkte thriller neergezet over de wapenhandel, onder andere in chemische wapens. Het is duidelijk dat hij veel research gedaan heeft, en hij schrijft met kennis van zaken. Het is een actueel onderwerp, gezien de chemische wapens in Syrië. Dit boek is ook zo actueel als het maar kan zijn. Niet alleen Syrië komt aan bod, maar ook IS, Boko Haram etc.
“Onmenselijke mensen” houdt je op het puntje van je stoel. Het is onmogelijk om neer te leggen. Je wil per se weten wat er verder gebeurt. Ik heb erg genoten van deze vlijmscherpe thriller over een zeer actueel onderwerp, en dat tegen een achtergrond die zo actueel is, dat het een krantenartikel uit de krant van vandaag zou kunnen zijn. Actueler kan gewoon niet. Een aanrader voor iedereen die van spannende thrillers met inhoud houdt.
Heeft Tolstoj Anna Karenina echt beschreven? Heeft Melville ons ooit precies laten weten hoe Ismaël eruitzag? Of Faulkner zijn personage Benjy Compson? De verzameling van versplinterde beelden in een boek – hier een sierlijk oor, daar een losgeraakte krul, een zwierig opgezette hoed – en andere hints en aanwijzingen helpen ons lezers om een beeld van een personage of van de setting te krijgen, zonder dat de schrijver het expliciet beschrijft. Sterker nog: dit is precies wat lezen zo leuk maakt.
Aan de hand van talloze voorbeelden uit de wereldliteratuur laat dit schitterende en rijk geïllustreerde boek zien hoe dit unieke visuele proces van de lezer werkt.
Dit is op vele vlakken een uniek boek. Qua typografie, illustraties, qua onderwerp. Maar het is geen lichte kost. Vanuit de neurologie, psychologie en (wetenschaps)filosofie, doet Peter Mendelsund uit de doeken “wat we zien als we lezen”. Veel van wat we voor ons zien als we lezen, wordt namelijk helemaal niet door de schrijver gezegd. Het uiterlijk van karakters is daar een mooi voorbeeld van. Soms wordt een karakter omschreven als iemand “met een klassieke schoonheid”. Maar dat zegt ons nog niet. Wat voor kleur ogen? Wat is de vorm van het gezicht?
Tijdens het lezen van het boek van Mendelsund, begin je je te realiseren dat je niet eens weet hoe veel van je favoriete literaire personages eruit zien. Door de omschrijving weg te laten, vullen onze hersenen zelf het beeld aan. En dat is natuurlijk voor iedereen verschillend.
Persoonlijk heb ik genoten van dit boek, en ik zal het ook zeker herlezen, al was het alleen maar vanwege de meesterlijke layout en typografie. Mendelsund zet de lezer aan het denken over wat het echt gelezen heeft over een personage of een omgeving, en wat de hersenen van de lezer hebben aangevuld. Daardoor krijgt de lezer dus een actievere rol dan meestal werd voorgesteld: de lezer als passieve persoon die alleen de woorden absorbeert. Dit boek geeft je een ander perspectief op lezen.
Het is geen lichte kost, maar absoluut de moeite waard! Lezen over lezen is leuker dan ik gedacht had.
De Nederlandse schrijver Jacob Vis (74) heeft dinsdagavond in het Antwerpse stadhuis de Diamanten Kogel 2014 ontvangen, een prijs van het Genootschap van Vlaamse Misdaadauteurs (GVM) voor de beste misdaadroman van het jaar in het Nederlandse taalgebied. In het winnende boek, “De Zwarte Duivel”, weet Vis volgens de jury “afwisselend twee verhalen te vertellen”, waarbij “de spanning bijblijft, net als de psychologische tekening van de personages”. De bekendmaking en uitreiking van de Diamanten Kogel 2014 had eigenlijk al vorig najaar moeten gebeuren, maar door het afhaken van een belangrijke sponsor werd het evenement uitgesteld. Onlangs kon er dan toch voor een passende trofee gezorgd worden: een speciaal voor de gelegenheid gemaakt kunstwerk van de hand van Laura de Coninck.
Jacob Vis wordt volgens de jury als “één van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse thrillerwereld” gezien, hoewel hij in het verleden al twee keer genomineerd was voor de Diamanten Kogel en vijf keer voor de Nederlandse tegenhanger daarvan, de Gouden Strop. “De Zwarte Duivel” speelt zich af in 1913 en is geïnspireerd door geruchten over onder meer orgieën en rituelen die de ronde deden over het Ronde Huis, een landgoed in het Nederlandse Nunspeet. “Vis laat zien dat hij in topvorm verkeert”, luidt het in het juryverslag.
Vis volgt als laureaat van de Diamanten Kogel Rudy Soetewey op. De prijs bestaat al sinds 2002, ook onder meer Jef Geeraerts, Patrick Conrad en Bavo Dhooge staan op de erelijst.
Eigenlijk geeft de ondertitel al duidelijk weer waar dit boek over gaat: “Een waargebeurd verhaal over liefde en dementie“. Nadine Ahr beschrijft in dit boek de relatie tussen haar grootouders, Edwin en Maria (Ria).
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, moet ook Edwin gaan vechten voor het Derde Rijk. Hij woont op dat moment in Thüringen en omdat hij niet weet of hij nog levend terugkomt, doet hij zijn vriendin Irmgard de belofte dat hij met haar zal trouwen als hij terugkomt. De oorlog loopt goed af voor Edwin, maar hij kan niet terug naar Thüringen, want dat gebied is in handen van de Russen. In plaats daarvan gaat hij naar zijn oom in Hannover, en wordt verliefd op zijn nichtje Marie, die Ria wordt genoemd. Deze verliefdheid is wederzijds, maar Edwin heeft Irmgard een belofte gedaan en die kan hij niet zomaar breken. Samen met Ria reist hij naar Thüringen, in de hoop dat Irmgard inmiddels met iemand anders getrouwd is, zodat hij rustig met Ria kan trouwen. Helaas is dat niet het geval. Hij houdt niet van Irmgard, en Irmgard is inmiddels verliefd geworden op een andere man, maar dat spreken ze niet tegen elkaar uit. Zo trouwen Edwin en Irmgard met elkaar, ook al houden ze allebei van iemand anders. Ria’s hart is gebroken. Ze verhuist en ze trouwt met Friedel, een man van wie ze niet houdt. Hij is alcoholist en mishandelt haar. Het is een opluchting voor haar als hij na een aantal jaren sterft. Het huwelijk van Edwin en Imgard verloopt ook niet zo voorspoedig: als Edwin op een dag thuiskomt van zijn werk, is Irmgard vertrokken met al haar spullen en volgt er een scheiding.
Pas nu Edwin 50 jaar oud is, kan hij trouwen met “zijn” Ria, van wie hij altijd is blijven houden. Het is een goed en voorspoedig huwelijk, totdat blijkt dat Ria dement begint te worden. Edwin verzorgt Ria zo lang hij kan, maar uiteindelijk moet ze toch opgenomen worden in een verpleeghuis. Nu moet hij voor de tweede keer afscheid nemen van zijn Ria. Dat stopt de liefde van Edwin voor Ria echter niet, ook al weet Ria vaak niet eens meer wie hij is.
Tussen de stukken in het heden, staan cursief gedrukte hoofdstukken, die zich in het verleden afspelen. Dat zorgt ervoor dat het verhaal minder saai wordt, want het verhaal is natuurlijk wel wat voorspelbaar. Het was te verwachten dat Edwin en Ria uiteindelijk bij elkaar zouden komen. Nadine Ahr heeft haar grootvader Edwin gevraagd om toestemming om hun liefdesgeschiedenis op te schrijven, en uiteraard stemde hij daarmee in.
Het is geen zoetsappig verhaal is van “ze leefden nog lang en gelukkig”. De mentale aftakeling van Ria door haar dementie is erg zwaar voor de mensen in haar omgeving. Vooral Edwin vindt het zwaar. Voor de mensen die zelf iemand kennen die dementeert, zal het boek veel herkenbare scenes opleveren. Voor de mensen die denken dat dementie alleen maar geheugenverlies inhoudt, zal dit boek hun kunnen leren wat er nog meer gebeurt als iemand dementeert.
Als liefdesverhaal is het niet erg origineel, ook al zullen er genoeg mensen zijn die er van houden. Als boek over dementie is het interessant, maar een roman als “Hersenschimmen” van Bernlef” geeft een nog veel beter beeld van de aftakeling die dementie is.
In deze Roald Dahl-achtige roman van Marja West volgen we Esther, getrouwd met bankdirecteur Maarten en wonend in een villa in Aerdenhout. Haar huwelijk komt onder druk te staan als Maartens ex naast hen komt wonen. In haar pogingen om haar huwelijk te redden verliest Esther langzaam de controle over haar leven, haar daaropvolgende wanhoopsdaden hebben catastrofale gevolgen. Ze verliest niet alleen grip op haar leven, maar ook op haar psychische gezondheid, maar dat heeft ze niet echt in de gaten: het komt door de anderen, of het komt door bepaalde voorwerpen.
Marja West weet dit verval (zowel van Esthers huwelijk als van haar psychische gezondheid op een heerlijke manier te beschrijven, vol absurdistische humor. Het is geen lichtvoetige roman, maar zeker een roman met veel humor.
Hoewel uitgeverij Ambo | Anthos dit boek als een literaire thriller presenteert, is het geen thriller. Het is meer een komische, absurdistische roman. Het is zeker het lezen waard als je van dat soort boeken houdt (dan is het zelfs een aanrader), maar als je het hebt gekocht omdat er “literaire thriller” op de voorkant staat, kom je bedrogen uit.
Wat heeft een militaire inlichtingendienst te zoeken op de werkvloer van een kabelbedrijf? Waarom laat een generaal op deze bedrijfsvloer een privé-spion infiltreren? En is het fotorolletje van Srebrenica werkelijk mislukt?
Edwin Giltay raakt als niets¬vermoedende burger ongewild betrokken bij een interne strijd van de Militaire Inlichtingendienst, die wordt uitgevochten binnen de muren van kabelbedrijf Casema. Giltay wordt er benaderd om aan de slag te gaan als inlichtingenanalist. Tijdens zijn verblijf bij de kabelaar loopt de situatie volkomen uit de hand.
De doofpotgeneraal biedt een onthutsende inkijk in een wereld waar spionage, chantage en de ongeoorloofde inzet van middelen aan de orde van de dag zijn. Giltay onthult zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. En natuurlijk beantwoordt hij ook die ene vraag: wie is de generaal die het deksel op deze doofpot houdt?
“De doofpotgeneraal” leest af en toe als een thriller, maar dat is het niet. Dit is allemaal waargebeurd, en de gebeurtenissen zijn vaak zo bizar dat zelfs de meest ervaren thrillerschrijver deze niet zou kunnen verzinnen. Het boek leest makkelijk weg, ondanks de vele afkortingen van Defensie. Die worden steeds uitgelegd door Giltay en storen in het geheel niet. Eventueel zit achterin het boek nog een verklarende lijst van afkortingen.
Tijdens het lezen van dit boek val je als lezer van de ene verbazing in de andere, zoals ook Giltay zijn leven zal hebben ervaren. Medewerkers van de (MID) Militaire Inlichtingendienst die op een klungelige wijze spioneren bij Casema, en de gevolgen dat dat heeft voor Giltay persoonlijk, maar ook voor enkele medewerkers van Casema, terwijl eigenlijk de MID hier verantwoordelijk diende te worden gehouden. Giltay bijt zich echter met bewonderenswaardige vastberadenheid vast in deze zaak en laat niet los. Op dat punt heeft Defensie in ieder geval gelijk gehad: Giltay heeft een sterk karakter en is moeilijk te breken. Hij is de luis in de pels van Defensie, maar ook van andere overheidsdiensten, en hij blijft ze op hun nek zitten. Ik heb enkele documenten mogen inzien die geschreven zijn nadat dit boek verschenen was. Die documenten staven ook de waarheidsgehalte van het boek. De publicatie van dit boek betekent echter niet het einde van de strijd voor Giltay. Die gaat onverminderd door. Hopelijk geeft Defensie eindelijk eens toe dat “het fotorolletje van Srebrenica” al 20 jaar wordt achtergehouden, en nooit vernietigd is. Op 11 juli aanstaande is het exact 20 jaar geleden dat de Serviërs de moslims, met behulp van Dutchbat, van de compound verwijderde en er 7000 mensen vermoord werden. Niemand gelooft dat het fotorolletje verloren is gegaan door het mengen van verschillende stoffen bij het ontwikkelen. Zo’n fout zou een beginner niet eens maken. Het wordt tijd dat Defensie met de billen bloot gaat, en de waarheid vertelt, en belangrijker nog: laat zien, door middel van de foto’s.
Hoewel “De doofpotgeneraal” een ingewikkeld verhaal beschrijft met diverse intriges binnen diverse overheid- en inlichtingenorganisaties, is het boek erg duidelijk en goed gedocumenteerd. Dat het niet een Kafka-esque verzinsel is, blijkt wel uit de vele documenten die Giltay aandraagt en die achter in het boek vermeld staat onder “Noten”.
Zoals gezegd leest dit boek als een thriller, maar vergeet niet dat het allemaal waargebeurd is. Vergeet de 7000 moslims die zijn afgeslacht niet. Vergeet “de moeders van Srebrenica” niet. Vergeet niet dat Dutchbat hier een rol in speelde, en dat het fotorolletje meer duidelijkheid zal verschaffen over de aard en omvang van deze rol.
In de roman “Ica” speelt schrijfster Eva Posthuma de Boer een spannend spel met feit en fictie. Wanneer Nadine Sprenger als debutante het Boekenbal bezoekt, maakt ze kennis met de door haar zo bewonderde Ica Metz. Tussen haar en de kleine, grote schrijfster bestaat onmiddellijk een vanzelfsprekende, maar onverklaarbare vertrouwdheid. Getroffen door de gretigheid waarmee Ica in het leven staat, maar ook door haar werk, dat leest alsof ze elk woord speciaal voor haar geschreven heeft, komt ze tot het besef dat ze geen fascinerender personage voor haar nieuwe roman zou kunnen verzinnen dan Ica Metz.
Het is duidelijk dat het personage van Ica gebaseerd is op Connie Palmen. Net zoals La Palmen heeft ook Ica tot tweemaal toe een man verloren. Nadine is volledig idolaat van Ica en probeert alles te doen om Ica voor zichzelf op te eisen, om een belangrijke plaats in het leven van Ica in te nemen. Ze vertrekken ook samen naar een vakantiehuisje in Frankrijk dat van de vader van Nadine is, in de hoop dat de band tussen Nadine en Ica sterker zal worden, maar Nadine heeft de gebeurtenissen niet in de hand, en van haar plannen komt weinig terecht. Ica blijkt minder grijpbaar dan Nadine had gedacht, en ze blijft tobben over het verschil tussen de échte Ica en de Ica die zich laat zien aan de buitenwereld. “Ica” is een indringende roman over idolen, jaloezie en obsessie, geschreven in een stijl die erg veel lijkt op die van Connie Palmen. Dit boek zal liefhebbers van het werk van Connie Palmen dan ook zeker aanspreken.
Klik hier voor een interview met Eva Posthuma de Boer over “Ica” in De Wereld Draait Door.